Drukte in de noodopvang zorgt voor onderwijsproblemen: kan horecapersoneel helpen?
Kinderen waarvan één of beide ouders een zogenaamd vitaal beroep hebben, mogen naar de noodopvang. Daarnaast zijn ook kinderen die in een kwetsbare of mogelijk onveilige gezinssituatie zitten welkom. In maart maakten relatief weinig ouders van de noodopvang gebruik. Nu zien veel scholen en kinderdagverblijven veel meer kinderen en sturen ze noodkreten aan de ouders, om toch vooral een andere opvang te zoeken.
"We moeten concluderen dat de groepen te groot zijn en niet groter kunnen worden. We willen de opdracht tot noodopvang natuurlijk blijven uitvoeren, maar lopen tegen onze grenzen aan", schrijft directeur Denise Hassing van een basisschool in Vught. Ze geeft aan op het punt te staan leraren in te zetten op de noodopvang, die eigenlijk online les moeten geven.
Ook Mart van der Heijden van een school in Eindhoven doet een dringend beroep op de ouders om zelf opvang te organiseren. "Er zijn dagelijks minimaal zes leerkrachten nodig voor noodopvang. Deze leerkrachten kunnen daardoor niet online lesgeven, dus zitten er elke dag minimaal zes groepen zonder thuisonderwijs", schrijft Mart van der Heijden op de schoolsite.
Extra handen in de noodopvang is bijzonder wenselijk
De PvdA Den Bosch is bezorgd en schrijft in een brief dat de capaciteit van de noodopvang ontoereikend is. "De combinatie van thuisonderwijs voor een of meerdere kinderen gecombineerd met de uitoefening van een baan leidt in veel gevallen tot problematische situaties. Extra handen in de noodopvang is bijzonder wenselijk."
De PvdA denkt daarbij aan hulpverleners, BSO-medewerkers die thuiszitten of jongerenwerkers en horecapersoneel met kinderen die zouden kunnen helpen. Koninklijke Horeca Den Bosch zet wel vraagtekens bij de hulp van de horeca bij het opvangen van kinderen. Bernard Kuenen: "Horecamedewerkers wilden ook meewerken in de zorg, maar zonder diploma is dat toch niet zo heel gemakkelijk." Maar volgens de Bossche PvdA zijn die extra diploma's helemaal niet nodig. Horecamedewerkers die zelf thuisonderwijs geven aan hun kinderen zouden ook andere kinderen kunnen helpen. "De situatie is zo onhoudbaar, dat het nodig is om ook anderen te laten helpen", zegt fractievoorzitter Pieter Paul Slikker.
We hebben iedereen nodig die op school rondloopt
"We hebben iedereen die op school rondloopt keihard nodig. Vakleerkrachten, onderwijsassistenten, iedereen werkt mee", zegt Marius Liebregts, bestuurder van de Opmaatgroep. " De lockdown is nu verlengd, dus we proberen ook met hulp van pedagogisch medewerkers van de kinderopvang de boel op te lossen. Maar er kan een moment komen dat we tegen ouders moeten zeggen dat ze bijvoorbeeld maar drie dagen hun kinderen kunnen brengen. We proberen dat natuurlijk te voorkomen." De oplossing van de PvdA wijst hij niet meteen af: "Het is natuurlijk niet alleen oppassen op kinderen, maar ook kinderen begeleiden in hun leerproces. Dus zo maar een sector uitsluiten doe ik niet, maar het is wel belangrijk dat de school echt geholpen wordt. Dat kan per school verschillen."
Het is bijna ondoenlijk om alle ballen de lucht in te houden
Ook bij de ouders piept en kraakt het, zegt Reinier van Bergen uit Den Bosch. Zijn vrouw heeft een vitaal beroep en werkt buitenshuis. "Het is bijna ondoenlijk om alle ballen in de lucht te houden. Thuiswerken en onze twee kinderen ondersteunen bij hun lessen lukt niet tegelijkertijd. Ik moet dan maar 's avonds nog werken, wat eigenlijk niet gaat. Reinier kent ook een alleenstaande moeder met vier kinderen, voor wie de situatie onhoudbaar is.