Danny Verbeek gunt ‘sleeping giant’ FC Den Bosch alles, maar wel pas na deze week
Terugkeren op De Vliert, is dat voor jou nog anders dan andere uitwedstrijden met De Graafschap?
"Ja, absoluut. Het is toch mijn clubje. Ik heb er in de jeugd gespeeld, ben later ook nog teruggekomen en heb er nog een paar jaar gespeeld. Die club zal ik altijd blijven volgen. Het is alleen een andere terugkeer dan ik me had voorgesteld, nu het zonder supporters is. Het is echt hartstikke droevig. Je raakt er een beetje aan gewend, maar het blijft vervelend.”
Je woont nog gewoon in Den Bosch, de oversteek naar Gelderland wordt niet gemaakt?
“Als we twee keer trainen, blijf ik vaak in een hotelletje. En de dag na de wedstrijd ook. Maar ik rijd regelmatig op en neer. Dat is het enige voordeel aan deze periode, het is rustig op de weg. Je kunt ‘doorkachelen’. Muziekje op en je bent er zo. De kinderen worden ouder, hebben school, vriendjes en sport. Moet ik ze dan uit hun comfortzone halen om het voor mezelf iets makkelijker te maken? Het is een ander verhaal als je twee uur heen en twee uur terug moet of als je in het buitenland speelt. Maar voor een uurtje gaan we niet alles op z’n kop zetten.”
FC Den Bosch is jouw club, keer je daar ooit nog terug als speler?
“Ik ben daar voorzichtig in geworden. Het zijn dingen in je carrière die je niet uit kunt stippelen. Maar de cirkel zou mooi rond zijn als ik uiteindelijk af kan sluiten bij FC Den Bosch. Toen ik vertrok was er een dubbele situatie. Aan de ene kant heeft de hoofdsponsor aan de deur gestaan om te vragen of hij iets kon betekenen, dat ik toch zou blijven. Aan de andere kant had ik misschien verwacht dat ze meer moeite deden. Niet qua geld, ik weet dat ik bij FC Den Bosch nooit rijk zou worden. Dat is ook nooit de bedoeling geweest. Maar een goed plan, daar ontbrak het wel aan de afgelopen tijd.”
Dat plan komt er in de toekomst misschien alsnog, mogelijk met Wesley Sneijder. Was je verrast door dat nieuws?
“Nee, zeker niet. Zonder overname blijft het rommelen in de marge. Den Bosch is in mijn ogen een sleeping giant, er is zoveel mogelijk. Dat zag je in het Kakhi-jaar, alles en iedereen in de stad begint dan weer te leven. Het stadion zat vol. Er moet goed beleid gevoerd worden.”
Beleid is er in ieder geval bij De Graafschap, hoe kijk je naar het seizoen tot nu toe?
“Het is een leuke groep. Je merkt dat het een mooie club is, het is er goed geregeld en er is grote betrokkenheid bij de mensen. Het enige wat je heel erg mist is de echte sfeer die je normaal proeft bij wedstrijden. Promotie is het enige doel, daar zijn we wel mee bezig. We stonden er slecht voor, vier weken geleden stonden we nog acht punten achter. Nu drie punten. Dat past bij de competitie, iedereen kan van elkaar winnen.”
Zit daar dan het gevaar voor de wedstrijd tegen FC Den Bosch, dat je eigenlijk alleen kan verliezen als De Graafschap zijnde?
“Op voorhand zou je zeggen: we moeten daar winnen. Maar ik heb met die jongens gespeeld. Er lopen echt een paar goede voetballers. En er is nu een nieuwe trainer, je weet gewoon dat dat altijd wel een bepaald effect heeft. Ik gun die gasten alles, maar ik hoop dat ze er een weekje mee wachten. Ik meen het serieus. Ik ben daar geboren en getogen, het is mijn clubje. Ik hoop echt dat ze het goed doen.”