IJsmeester Jules stopt ermee en juist deze winter mag hij geen ijsbaan openen
Bij weinig mensen zit de liefde voor het ijs zo diep als bij Jules Broens. Zodra de temperatuur onder het vriespunt komt, zorgt hij er met een team van vrijwilligers voor dat het basketbalveldje op het Hofplein bij de Mariaschool in Bladel onder water wordt gezet. Zodra het ijs glimt als een spiegel, komen honderden mensen schaatsen. Jules kijkt ernaar en pinkt een traantje weg.
“Geef het hier één nacht en er ligt een prachtige ijsbaan.”
Maar ja: corona. De crisis gooit roet in het eten en de gemeente is onverbiddelijk: een ijsbaan kan nu echt niet. “Heel jammer, maar er is niks aan te doen”, zegt hij gelaten. Maar dan toch: “Geef het hier één nacht en er ligt een prachtige ijsbaan”.
De kinderen van de Mariaschool balen als een stekker. “Wij willen ijs!”, roepen ze als ze de ijsmeester in het vizier krijgen. “Ik kom hier vaak met vrienden en het is echt superleuk om samen te schaatsen”, zegt een van hen.
Voor Jules was dit ook nog eens de laatste kans, want na veertig jaar vindt de ijsmeester het mooi geweest. Hij kampt met zijn gezondheid. De kinderen weten wel een oplossing. Spontaan roepen ze de naam van hun lerares: “Juf Marielle! Juf Marielle!” Maar die moet er niet aan denken: “Nee, ik denk dat ik er nog een nachtje over slaap, goed?”
"Het zou jammer zijn als dit verloren zou gaan.”
En ze heeft groot gelijk, want een ijsbaan aanleggen is geen peulenschil. “Ze kijken er allemaal heel mooi tegenaan, maar het valt echt tegen hoor”, zegt Jules. Hard werken is het, op onmogelijke tijden. Om drie uur ’s nachts moet hij normaal gesproken aan de bak. “Maar ik hoop wel dat iemand het overneemt. Het zou jammer zijn als dit verloren gaat.”