Babs heeft fotoalbum vol onbekende baby’s: ‘Zo veel verdriet gaat hierachter schuil’
Het is een klein in kunstleder gebonden albumpje met tientallen zwart-witfotootjes van baby’tjes. De voornamen staan erbij, maar die zijn soms later door de adoptieouders veranderd. Wie die baby’tjes later zijn geworden, is onbekend. Babs stelt haar fotoalbum nu ter beschikking voor onderzoek, zodat de baby’s van toen kunnen worden opgespoord. En misschien eindelijk een babyfoto van zichzelf hebben.
Babs werkte van juni 1965 tot juli 1967 als verzorgster bij Moederheil. Ze was 18 toen ze er begon en had er met leuke collega’s heel veel plezier. “Ik ben daar gaan werken, omdat er van die lieve kleine kindjes waren. Ik was verzot op baby’s.”
"Ik was daar voor de kinderen. Misschien heel dom, maar het was zo."
Van al het leed dat achter de adopties zat, had Babs geen besef: “Ik was 18, maar eigenlijk nog als een kind van 16. Ik denk dat ik een heel onschuldig meisje was, die het heel fijn vond om met kinderen te werken. En wat de achtergrond was, dat speelde voor mij helemaal geen rol. Er werd niet over gesproken, niet op het werk en thuis ook niet. Ik was daar voor de kinderen. Misschien heel dom, maar het was zo.”
Pas toen ze zelf kinderen kreeg, begon ze het zich te realiseren: “Het lijkt me verschrikkelijk als je een kind krijgt en je mag het niet houden. Wat betekent dat voor die ouders? En voor die kinderen?” Het fotoalbum verdween in de boekenkast en kwam pas weer tevoorschijn toen Babs aan het opruimen was, na het overlijden van haar man. “Toen heb ik daar een paar uur door zitten bladeren en herinneringen voor mezelf zitten ophalen.”
Maar Babs herinnerde zich ook een interview dat ze had gelezen met Eugénie Smits van Waesberghe. Zij was een van de baby’s bij Moederheil in de tijd dat Babs daar werkte. Haar biologische moeder was zwanger geworden en stond haar, onder druk van haar katholieke ouders, af voor adoptie. Eugénie kwam de laatste jaren vaak in de publiciteit, omdat ze strijdt voor erkenning van het leed dat bij adopties als die van haar komen kijken.
"Het is wezenlijk voor je bestaan."
Van Eugénie staat geen babyfoto in het album van Babs. Maar ze heeft een paar maanden geleden via een andere verzorgster een babyfoto van zichzelf gevonden. Het was voor haar enorm belangrijk: “Er is mij altijd verteld: jij bestond ook voordat we beelden van je hebben. Maar het blijft toch een soort gat. Op het moment dat je een foto van jezelf ziet waarvan je weet dat jij dat echt bent, vult dat natuurlijk nooit het hele gat, maar het zegt je wel dat je toen ook bestond. En dat is wezenlijk voor je bestaan.”
Uiteraard zijn er meer mensen die geen babyfoto van zichzelf hebben. Omdat er niet zo veel gefotografeerd werd in de familie. Of omdat ze zijn geboren in de oorlogsjaren. Maar het verschil is volgens Eugénie dat hier een plan achter zat: “Hier waren geen babyfoto's, omdat de privacy van de moeder en haar familie werden beschermd. En de adoptieouders kregen een kindje waarbij alle banden met de biologische familie werden afgesneden. Daarom werd er niks vastgelegd. Maar het ging hier helemaal niet om de bescherming van kinderen."
"Enorm, zo veel verdriet als hier achter schuilgaat."
Babs bladert nog eens door het fotoalbum. “Enorm, zo veel verdriet als hier achter schuilgaat. Ik kan niks verzachten of terugdraaien, maar ik hoop dat de baby’s van toen kunnen zien dat zij ook toen gezien werden. In ieder geval door mij.”
Eugénie is inmiddels met de gemeente Breda in gesprek om te kijken hoe de foto's van Babs het beste toegankelijk gemaakt kunnen worden voor de vroegere baby's van Moederheil (later Valkenhorst). Daarnaast hoopt ze dat er meer oud-medewerkers van Moederheil net als Babs bereid zijn hun materiaal te delen. Zij kunnen contact opnemen met Eugénie.