Geen bloempjes op deze boomstam, maar wat wel? Frans Kapteijns geeft antwoord op vragen in Stuifm@il
Wat zijn dit voor bloemetjes in de Loonse duinen?
Op de foto die Harrie Brokken mij stuurde, zie je op een boomstam grijze steeltjes met daarop een rood kopje. Hij vroeg zich af wat voor bloempjes dit zijn. We hebben hier niet te maken met bloempjes maar met korstmos. De naam is rode heidelucifer. Deze korstmossen behoren tot de groep van cladonia ofwel bekermossen. De rode heidelucifer kom je vooral tegen op heidegebieden, in de duinen en op stuifzand. Ze groeien daar dan op rottend hout, boomstronken en strooisel, maar je kunt ze ook tegenkomen op rieten daken. In het begin zie je enkel de grijze steeltjes met aan het eind een soort bekertje. Later, als de rode heidelucifer zich verder ontwikkelt, zie je ineens rode kopjes in die bekertjes. Dat zijn de sporen van dit korstmos. Als die sporen rijp zijn, worden ze door de wind verspreid en zijn de bekertjes weer leeg. Dan zie je geen rode kopjes meer. De vergelijking met een lucifer is dan wel helemaal duidelijk.
Pad of kikker in de vijver?
Op de foto die ik kreeg van Ineke Gerritsen zie je heel duidelijk een bruine kikker en geen pad, zoals Ineke dacht. Kikkers hebben een gladde huid, padden hebben een minder gladde huid en overal wratten. Daarnaast heeft de bruine kikker een bruine huid, maar die kan ook wat groenig zijn. De gewone pad heeft meestal een vrij donkerbruine huid. Toch kan ik me de vergissing van Ineke goed voorstellen, want in de volksmond zeggen we dat het paddentrektijd is. Eigenlijk moeten we zeggen: amfibieëntrektijd. Het zijn namelijk niet alleen padden die uit hun winterslaap komen en massaal op weg gaan naar de voortplantingspoelen, ook kikkers en salamander zijn op weg. Ineke dacht dat dit vrouwtje dood was, maar later bleek dat ze toch leefde. Dit trucje halen kikkers uit als verdediging. Als ze kunnen, springen ze weg maar soms houden ze zich gewoon dood en hopen dan dat de vijand geen interesse meer heeft.
Wiens holletje is dit?
Op de foto die Paul van Manen mij stuurde, zie je heel duidelijk een mooi holletje onder het hout. Paul vraagt zich af of dit van een bosmuis kan zijn. Nou, dat zou inderdaad zomaar kunnen. Toch raad ik Paul aan het holletje goed in de gaten te houden, want het zou ook van een woelmuis kunnen zijn. Maar voorlopig houd ik het op een bosmuis, die met zijn tanden en voorpoten hier bezig is geweest. Zo graven deze bosmuizen een gangenstelsel en dit kan zich tot zeker vijftig centimeter onder de grond bevinden. In het algemeen hebben deze gangenstelsels twee uitgangen die beiden recht naar beneden lopen. De gangen leiden onder meer naar de voorraadkamers en in de gangen brengen ze de dag door en werpen de vrouwtjes hun jongen.
Sperwer plukt en eet koolmees
Op de foto van Hetty Uijtdewilligen zie je een mooie bruine roofvogel met een prooi in de klauwen. We hebben hier te maken met een sperwer, en geen valk. Valken komen niet zo vaak in tuinen, sperwers wel. Vooral tijdens de winterperiode kom je deze roofvogels veelvuldig tegen, vooral in de buurt van voederhuisjes enzovoorts. De sperwer op de foto heeft zo te zien een koolmees te pakken. Hun prooidieren zijn vooral kleine zangvogels, zoals kool- en pimpelmezen, mussen en vinken. Het grotere vrouwtje kan ook wel lijsters en spreeuwen pakken en bij uitzondering Turkse tortels. Sperwers horen thuis in de havikenfamilie. Haviken en sperwers lijken dan ook heel veel op elkaar. Het meest kom je hen tegen in halfopen gebieden met een afwisseling van dorpen, landbouwgebied en bos. In helemaal boomloze gebieden zal je hen niet vinden.
Zoveel afval in de natuur, hoe is het mogelijk!
Martijn van Baare ergert zich net als ik enorm aan de grote hoop zwerfafval die tegenwoordig achterblijft in de natuurgebieden. Daarnaast doet hij een stevige oproep aan de hondenbezitters om hondenpoep mee te nemen en die niet in plastic zakjes de natuur in te slingeren. Hondenpoep moet trouwens net als in de bebouwde wereld ook in de natuur opgeruimd worden. In de volgende Stuifmail wil ik hier wat uitgebreider bij stilstaan. Martijn ruimt zelf veel zwerfafval op, maar hij ziet ook veel tissues en mondkapjes liggen. Die pakt hij niet zo maar op. Hij vraagt zich trouwens af of die tissues vergaan? Tissues vergaan wel, maar het duurt toch ruim een maand voordat ze echt weg zijn. En geparfumeerde tissues vervuilen nog meer. Mondkapjes zijn een nog groter probleem, want daarin zit plastic. Dat deel vergaat bijna nooit helemaal. Martijn roept op: “Als iedere Brabander iedere dag twee stuks zwerfafval opruimt, hebben we onze provincie zo schoon!” Deze oproep onderstreep ik van harte. Op 20 maart is de landelijke opschoondag waarop iedereen kan meehelpen.
Sperwer
De sperwer - accipiter nisus in het Latijn - is een razendsnelle roofvogel uit de familie van de havikachtigen, die je vooral 's winters regelmatig in de Nederlandse tuinen kunt aantreffen. In bovenstaand filmpje van AVROTROS vind je meer informatie over deze vogel.
Waar is deze boom door aangevreten?
Op de foto die Natascha van Berkel mij stuurde zie je een grove dennenboom, die onderaan de stam een weggehakt kaal stuk. Natascha vraagt zich af wat er gebeurd is? Ik vermoed dat dit deel als een ring rond die grove dennenstam ligt. Binnen het bosbeheer is dit een bekende manier om meer dood hout te creëren. We kennen in Nederland nog te weinig echte bossen, vandaar dat veel organisaties de ooit aangeplante houtbestanden, zoals van grove dennen, proberen te veranderen in meer natuurlijke dus echte bossen. In echte bossen is ook veel dood hout aanwezig. Dit kan zijn in de vorm van dode bomen die op de grond liggen, maar ook staand dood hout is heel belangrijk. In dit bos zal daar een tekort aan zijn. Door die ring rondom de boom weg te hakken heeft de bosbeheerder er voor gezorgd dat de sapstromen stoppen, dus zal de boom langzaam dood gaan. Ideaal voor allerlei organismen, zoals bijvoorbeeld spechten.
Ei bosuil uit het nest gevallen
Ad Willemen is regelmatig op vliegbasis Gilze-Rijen te vinden. Niet om vliegtuigen te spotten, maar om andere vliegende wezens in de gaten te houden. Hij ,monitort dit gebied samen met enkele andere vogelaars al meer dan vijftien jaar en stuurde mij een foto van een ei van een bosuil. Dit ei was uit een nest gevallen. Zelf denk ik dat misschien een of ander dier daar de oorzaak van is geweest. Wat mooi te zien is op de foto zijn de braakballen (geen uilenballen) van die bosuil en ook een stuk raat van een hoornaar. Bosuilen komen het meest voor in Europa. Je kunt ze bijna overal tegenkomen, want ze wonen in een diversiteit aan landschappen. Natuurlijk moeten er wel bomen in die landschappen staan, want daarin bouwen ze hun nesten. Je ziet ze bijna nooit, omdat het echte nachtroofvogels zijn. Je kunt ze wel goed horen, want ze maken in de nacht een mooi helder geluid dat ook nog eens verdraagt. Luister hier naar de mooie geluidsopname bosuil van Michael de Vries.
Natuurtip
De amfibieëntrek komt vroeg op gang dit jaar. Ieder voorjaar, zo vanaf eind februari, vindt deze plaats. Na hun winterrust gaan de dieren op weg naar het water waar ze – jaren eerder – als paddenvisje leefden en als klein padje het water verlieten. Dat water is de plaats waar ze zullen paren en hun eiersnoeren afzetten. Naast padden maken ook andere amfibieën zoals kikkers en salamanders deze reis. Tijdens hun tocht naar het water moeten deze dieren vaak drukke verkeerswegen oversteken. Om te voorkomen dat ze hierbij worden doodgereden, zijn in heel het land vrijwilligers actief als zogenoemde 'paddenrapers' om de padden, kikkers en salamanders veilig naar de overkant te loodsen.
Wil je meer lezen over de paddentrek dan is de handleiding van Dierenbescherming Nederland een uitstekend document. Daarnaast kun je ook eens gaan snuffelen op de website van Ravon. Tot slot: let vooral in de avond en nacht goed op wegen in natuurgebieden en volg de aanwijzingen die op de borden staan.