Wat lekt deze boom? Frans Kapteijns geeft antwoord op vragen in Stuifm@il
Boom met een lekkage
Nico van Kempen zag tijdens een wandeling een soort zwarte lekkage bij een boom. Hij vroeg zich af wat dit is. De boom is een naaldboom en zo te zien een Douglas. In de stam van die Douglas is een wond ontstaan. Deze boom probeert zichzelf nu te beschermen tegen insecten en bacteriën door hars los te laten. Alle bomen die op de een of andere manier beschadigd raken of waar nutteloze takken van afvallen, dichten de wonden die ontstaan. Deze beschermende activiteit noemen we het bloeden van een boom. Bij dennenbomen komt er dan vloeistof uit de boom, die in de buitenlucht uithardt. Wij noemen dit hars. Maar soms - en dat is gebeurd bij deze door Nico gefotografeerde Douglas - loopt er teveel aan hars uit de bast.
Een uil die ook overdag actief is
Op de geweldig mooie foto van Peter van Gerwen zie je een prachtig bruingevlekte vogel met felgele ogen en een gele haaksnavel. We hebben hier te maken met een heel mooie uil, een steenuil. Naast de naam wil Peter weten of het normaal is dat deze steenuil ook overdag rondvliegt. Steenuilen behoren tot de nachtroofvogels, maar van steenuilen is bekend dat ze soms ook overdag actief zijn. Steenuilen schuwen de menselijke omgeving niet en ze horen dan ook thuis in het kleinschalige agrarische cultuurlandschap. Het jachtgebied van deze kleine uilen - ze zijn maximaal 27 centimeter groot - bestaat uit open gebieden waar voldoende zitplaatsen zijn. Die zitplaatsen kunnen bijvoorbeeld weidepalen zijn. Vanaf deze posten jagen ze dan. Op hun menu staan voornamelijk veldmuizen, maar daarnaast ook kleine vogels, kleine zoogdieren en grote insecten zoals meikevers en nachtvlinders. Reptielen en amfibieën pakken ze ook wel, maar niet snel.
De boomklever en het vogelhuisje
Op de foto die Sjannie de Laat mij stuurde, zie je een boomklever op een vogelhuisje. Zij vraagt zich af wat deze vogel allemaal aan het doen is? Wel, boomklevers maken gebruik van diverse holtes, bijvoorbeeld holtes die door spechten zijn gemaakt. Ook sommige nestkastjes zijn voor hen ideaal. Met hun snavel maken ze de opening dan geschikt voor henzelf. Soms maken ze de opening groter, maar soms ook kleiner door die dicht te metselen met modder. Wellicht is de boomklever daar bij Sjannie mee bezig. Op de foto is niet heel goed te zien wat er boven in het nestkastje hangt, maar het zou een oud wespennest kunnen zijn waar nog dode wespenlarven in zitten. Hun naam hebben boomklevers overigens te danken aan het feit dat ze zowel omhoog als omlaag over een boomstam kunnen kruipen, ze kleven dus als het ware op een boom.
Wat heeft Knossos te maken met deze zwam?
Op de foto die Monique Timmermans mij stuurde, zie je de onderkant van een witte zwam op een boom. Je ziet dat de zwam geen duidelijke gaatjes heeft of plaatjes. Het lijken gangen die een labyrint of doolhof vormen. Vandaar de naam doolhofzwam. Als je met een loep kijkt, zie je dat het toch buisjes zijn, die in onregelmatige doolhofvormige lamellen groeien. De wetenschappelijke naam van deze zwam is daedalea quercina. Het woord quercina betekent eik. Je vindt deze doolhofzwam dan ook voornamelijk op dode eiken. De geslachtsnaam daedalea komt uit de Griekse mythologie en verwijst naar een man die opgesloten werd in het labyrint van Knossos.
Blijven ooievaars ook in de winter hier?
Alous Hoex zag op 28 februari een ooievaar in de sloot staan. Hij vraagt zich af of ooievaars hier kunnen overwinteren omdat het klimaat veranderd is. Lang geleden had hij op school geleerd dat deze dieren naar Afrika trokken om hier te ontsnappen aan de winter. Dit klopt wel, maar er is meer. Eind jaren zestig van de twintigste eeuw waren er nog nauwelijks ooievaars te zien in Nederland tijdens de zomerperiode. Toen waren mensen bang de ooievaar zou uitsterven. Daarom werden vanaf 1980 overal in Nederland de zogenaamde ooievaarsstations opgericht. In die ooievaarsstations werden ooievaars gefokt en in de omgeving uitgezet. Zo ontstonden in de omgeving van die stations lokale populaties. Tegenwoordig worden geen ooievaars meer gefokt, omdat er weer voldoende zijn. De ooievaars die hier gefokt waren, bleven voor een deel in Nederland. Tot slot: ik denk ook dat er meer en meer ooievaars in de winterperiode hier blijven vanwege het warmer wordende klimaat en de grotere aaneengesloten natuurgebieden.
Boomklever
In bovenstaand filmpje van Michael de Vries wordt het geluid van de boomklever mooi uitgelegd, maar waar het mij vooral om gaat, is dat je hier kan zien dat hoe deze boomklever een nestkastje heeft bewerkt. Dit aan de hand van de vraag van Sjannie de Laat hierboven. Leuk om te vergelijken. Ga voor meer informatie over de natuur naar deze website.
Mooie vlinder op de hand
Op de foto die ik van Yvon Herijgers kreeg, zie je op haar hand een vlinder met blauwzwarte vleugels en daarop witte vlekken. Het lichaam van dit dier is enigszins blauwzwart, met een mooie gele ring. We hebben hier te maken met een phegeavlinder, ook wel melkdrupje genoemd. Phegeavlinders behoren tot de familie van de spinneruilen. Dit zijn dagactieve nachtvlinders. Deze vlinders overwinteren als rups en verpoppen in het voorjaar. Daarna komen ze vanaf ongeveer eind mei uit de pop. Je ziet ze zeker tot half augustus vliegen. De rupsen van de phegaevlinders kun je tegenkomen op paardenbloemen en dovenetels. De vlinders zelf zijn talrijk te noemen, maar dan vooral in de noordelijke helft van Limburg en het aangrenzende deel van Noord-Brabant. Ook rond Bergen op Zoom kom je deze vlinders tegen, maar noordelijker nauwelijks.
Is dit een koperwiek?
Rob Haszing vroeg zich af of de vogel die hij gefotografeerd heeft een koperwiek is. Het antwoord is ja. De vogel is heel duidelijk herkenbaar aan de koperen kleur onder de vleugels. Koperwieken zijn zangvogels uit de familie van de lijsterachtigen, zoals merels, kramsvogels en zanglijsters. Ze zijn twintig centimeter groot en daarmee de kleinste vogel van de familie van de lijsters. Naast de koperkleur hebben koperwieken net als veel lijsters een gespikkelde borst. Helaas zijn ze enkel in de winter in Nederland te zien. Het broedgebied van koperwieken bevindt zich in de Scandinavische naaldbossen. Vanaf september zijn ze weer in Nederland te vinden. Soms trekken er miljoenen koperwieken over Nederland. In de periode dat ze in ons land zijn, doen ze zich tegoed aan onze besdragende struiken, zoals de hulst, lijsterbes en de kardinaalsmuts. In de kuststreken is de duindoorn bij hen heel populair. De terugreis naar Scandinavië vindt plaats vanaf maart.
Paddentrek
Houd in deze periode rekening met de amfibieëntrek, ook wel paddentrek genoemd. Let vooral in de avond en nacht goed op bij wegen in natuurgebieden en volg de aanwijzingen die op de borden staan. Zie de website van Ravon voor meer informatie.
Hondenpoep is zeer schadelijk voor de natuur
Eigenlijk is hondenpoep klein chemisch afval. Veel hondenbezitters denken dat hondenpoep afbreekbaar is, maar dat is helemaal fout!
Hondenpoep is net zo gevaarlijk als chemisch afval, stelt de Amerikaanse EPA, de Environmental Protection Agency. Hondenpoep bevat namelijk heel veel bacteriën, veelal dezelfde als wij, mensen. Veel van die bacteriën zijn schadelijk voor andere dieren. Ook kunnen de bacteriën uitbraken van ziektes als cholera en dysenterie veroorzaken. Het zal wellicht ietwat overdreven zijn, maar de hoeveelheid hondenpoep van honderd flinke honden - verzameld over een paar dagen - produceert zoveel bacteriën dat die het oppervlaktewater tot ruim 25 kilometer rond de dumpplek kunnen verontreinigen. De bacteriegroei kan ook het zuurstofgehalte in het water aantasten, zodat vissen en waterdieren doodgaan. En dan hebben we het nog niet eens over parasieten in de poep, zoals wormen en eitjes. Hondenpoep is een bron van besmetting voor (mogelijk) de hartworm (de Franse variant), chiardia, campylobacter, leptospirose enzovoorts.
Meer hierover lezen kan op deze site. Dus graag de hondenpoep opruimen ook in de natuur.