Vader Henk laat de prijzenkast van Marianne Vos zien: 'Voor haar museum'
Vanuit de nieuwe opslag ergens in de regio Altena wil vader Vos voorzichtig gaan selecteren, wat er wel en niet thuishoort in het toekomstige Marianne Vos Museum. “Dat het museum er komt, da’s zeker,” vertelt hij, “maar ik kan niet zeggen wanneer het zover is. We zijn al jaren bezig, het vlot niet, maar dit verdient een museum.”
"Dat daar is het eerste fietsje van Marianne."
Henk Vos wijst daarbij naar de stellingen en tafels, overal staat het bom- en bomvol. Wat niet op een stelling of tafel past staat opgestapeld tegen de muren. "Dat daar is het eerste fietsje van Marianne."
Een groothandel in sportprijzen heeft volgens hem beduidend minder sportprijzen op voorraad, dan Marianne tijdens haar indrukwekkende carrière aan prijzen heeft binnengesleept. “Bij elk voorwerp hoort wel een verhaal”, vertelt vader Henk. “Als ik alles zou vertellen heb ik wel zo’n veertien dagen nodig. Het is veel, te veel. De paar mensen die hier binnen zijn geweest slaan steil achterover als ze de hele collectie zien. Ze geloven hun eigen ogen niet.”
Vos benadrukt dat de kostbaarste stukken, zoals de gewonnen olympische medailles, ergens veilig opgeborgen zitten achter een dikke kluisdeur. “Hier staat en hangt al dat andere, ook de vele shirts die ze gedragen heeft tijdens belangrijke wedstrijden. Voor de fans is dit fantastisch, voor mij zijn het vooral veel herinneringen.”
“Dit is de eerste prijs die ze ooit gewonnen heeft."
“Niet alles wat blinkt is goud”, zegt Vos als hij wijst naar de enorme verzameling van bekers en kunstwerken. “Het is voor het grootste deel gemaakt van kunststof.”
Over de vraag wat hem het dierbaarst is hoeft vader Vos niet lang na te denken. Hij pakt een doosje en maakt die open. In het doosje een foto en een zilverkleurig plastic fietsje op standaardje. “Dit is de eerste prijs die ze ooit gewonnen heeft, hier is het allemaal mee begonnen.”