Eitjes of vogelpoep? Frans Kapteijns geeft antwoord op vragen
Eitjes of vogelpoep?
Chantal Tijbosch zag op een omgevallen boom eitjes of vogelpoep liggen. Ze vraagt zich af wat het precies is. Volgens mij hebben we hier te maken met amfibieëneitjes. De geleiverpakking, die bij deze eitjes hoort, ligt er nog gedeeltelijk bij. Vermoedelijk heeft een zoogdier of vogel deze eitjes uit een poel of plas gehaald en ze willen opeten en is die verstoord of had die er ineens toch geen zin meer in. Zoiets zal het zijn, want normaal liggen dit soort eitjes niet op een boomstam. Alle amfibieën leggen hun eitjes in het water, waar ze ontwikkelen tot de bekende kikker-, padden- of salamandervisjes.
Zijn dit kikker- of paddeneitjes?
Adri Klaasse heeft mij een foto gestuurd waarop heel duidelijk eitjes te zien zijn. Hij vraagt zich af of het kikkereitjes zijn of paddeneitjes zijn? De eitjes die hij gefotografeerd heeft, zijn heel duidelijk kikkereitjes. Om precies te zijn de eitjes van de bruine kikker.
Het zijn zeker geen paddeneitjes, want die zitten aan planten vast, in een soort van snoer. Dat het bruine kikkereitjes zijn is ook zeker, want de groene kikkers moeten nog paren. Die eitjes komen dus later en die zie je ook bijna niet, want die liggen dieper in het water. Later in het seizoen is het water ook wat warmer.
De eitjes van bruine kikkers zijn er eerder in het seizoen, omdat die eerder paren. Die eitjes liggen ook meer aan de oppervlakte, want het water is dan kouder.
Veel dode spreeuwen in Someren
Cor Meeuws stuurde mij een foto waarop 26 dode spreeuwen te zien zijn. Deze dode spreeuwen liggen op een terras in Someren. Hoe is dit mogelijk, vraagt Cor zich af. De foto is genomen op 25 maart. Alhoewel de lente toen al begonnen was, bevonden de spreeuwen zich toen nog in grote groepen bij elkaar. Iedereen kent die hele mooie spreeuwenkluchten wel, waarbij duizenden vogels allerlei mooie figuren in de lucht maken. Dit is niet zonder gevaar. Dit blijkt uit een onderzoek van Wageningen Universiteit. Onderzoek van deze universiteit wees uit dat vogels die zij binnengekregen waren doodgegaan aan ernstige inwendige bloedingen vanwege een gescheurde lever (bij alle exemplaren) en bij meerdere exemplaren in combinatie met beschadigingen aan hart, grote bloedvaten, luchtzakken en longen. Veel van deze dode spreeuwen hadden bloed in de luchtpijp. Alle spreeuwen vertoonden overduidelijke bloedingen onder en in het schedeldak. Bij een enkeling was er sprake van een bloeding tussen de hersenvliezen. Alle inwendige organen bij alle spreeuwen bleken wel gezond. Conclusie: de vogels die ze onderzocht hebben, zijn zonder uitzondering met grote kracht ergens tegenaan gebotst. Tegen elkaar, tegen boomtakken, tegen de grond. Dit zal ook wel de oorzaak zijn van de 26 dode spreeuwen in Someren.
Waar overwinteren lieveheersbeestjes?
Yvonne Kimenai stuurde mij een foto waarop je twee lieveheersbeestjes op elkaar ziet zitten. Ze vraagt zich af of ze aan het paren zijn. Daarnaast vraagt ze zich af hoe lieveheersbeestjes overwinteren. Op de eerste vraag kan ik volmondig ja zeggen, dit is een paring. De meeste kevers paren zo. Dit is overigens best lastig, want de schilden zijn hard dus moet de grip van het mannetje goed zijn, anders glijd hij er vanaf. Over het overwinteren gesproken: jonge lieveheersbeestjes overwinteren als imago, ook wel volwassen diertje genoemd. Ze eten zich lekker vol in het najaar en zoeken dan een mooie overwinteringsplek op. Oude lieveheersbeestjes redden het niet en sterven meestal al vóór de winter. Waar ze overwinteren, hangt af van de soort. Veel inheemse lieveheersbeestjes overwinteren buiten in de natuur: in graspollen, in droog mos, in de strooisellaag, tussen afgestorven plantendelen, in groenblijvende heesters of in spleten in de schors van loofbomen of coniferen. Twee soorten overwinteren graag binnenshuis. Dat zijn het inheemse tweestippige lieveheersbeestje en het Aziatisch lieveheersbeestje. Die bevinden zich dan in groepen in kieren van ramen of plafonddelen.
Klein hoefblad, eerst bloem dan blad
Annette Heijligers stuurde mij een prachtige foto van een mooie plant met fraaie gele bloemen. Zij vroeg zich af welke plant dit is. Ze dacht in eerste instantie dat dit een paardenbloem zou zijn. ze is er dicht bij, want ook deze plant is er een uit de composietenfamilie. De naam is klein hoefblad. In Brabant is dit, samen met speenkruid, een van de eerste bloeiende planten. Elk jaar kijk weer uit naar deze plant, want dan weet ik zeker dat de lente is begonnen. Je kunt, bij gunstig weer, de bloem van het klein hoefblad al tegenkomen in februari maar meestal bloeit het klein hoefblad tussen maart en april. Klein hoefblad is trouwens wel een bijzondere plant, want de bloem zie je eerder dan het blad. Deze plant behoort dan ook tot de naaktbloeiers. Overigens kun je als je goed kijkt de toekomstige bladeren wel al zien: korte, groene of rode schubjes langs de stengel van de bloem. Na de bloei ontwikkelen deze schubjes zich tot hartvormig of ronde en getande bladeren.
Parende bruine kikkers
In dit filmpje van Bert Hendrikx zie je een heleboel bruine kikkers en hun paargedrag. Daarnaast zie je ook mooi de ei-afzetting en zie je ook goed de kikkereitjes aan de oppervlakte van de plas in Hilvarenbeek.
Tientallen poppen
Marleen stuurde me een foto met een wittig diertje op een paars blad. Je kunt duidelijk zien dat het wittige diertje zes pootjes heeft en een beetje een oranje kop. We hebben hier te maken met de larve van een bladsprietkever. Larven van bladsprietkevers worden ook wel engerlingen genoemd. Uit zo’n larve kan een meikever groeien, maar ook een andere bladsprietkever. Soms zelfs heel zeldzame. Engerlingen hebben best wel een karakteristiek uiterlijk. Behalve dat ze wit zijn, liggen ze vaak in een C-vorm en is het lichaam rupsachtig. Hun oranjebruine kop is zelfs wat hard en aan de zijkanten zitten ademopeningen. Na een of meerdere jaren onder de grond verpoppen ze zich en dan komt er een heel mooie bladsprietkever uit die pop tevoorschijn.
Wat is hier uit de grond gekropen?
Jan Ockhuizen zag op een middenberm in Moergestel allemaal kleine gele hoopjes zand en vroeg zich af wat dit kan zijn. Volgens mij zijn die hoopjes ontstaan omdat grijze zandbijen deze zandweg uitgekozen hebben om hun nestgangen te maken. Vooral in de berm, omdat de rijbanen te vaak bereden worden en dan nestgangen dichtgereden kunnen worden. Dit hebben ze natuurlijk in de loop van de tijd ervaren. Grijze zandbijen zijn feitelijk lentebodes. Zij komen in maart tevoorschijn als een van de eerste solitaire bijen. Na het paren graven de vrouwtjes de nestgangen. Op het eind van die gangen maken ze dan zes tot tien broedcellen. Hierna gaan de vrouwtjes op zoek naar nectar en wilgenstuifmeel, want dat is er dan al. Iedere keer dat ze het nest verlaten, sluiten ze die af met zand. Het stuifmeel brengen ze mee als dikke gele bollen aan de achterpoten en het nectar in de krop. In het nest kneden ze van het stuifmeel en nectar een bolletje. Daarop leggen ze dan het eitje. Zodra de broedcellen gevuld zijn, stoppen ze met werken en sterven ze.
Natuurtip
Wat te doen met Pasen? Als het kan, ga dan veel wandelen, maar houdt je wel aan de coronaregels.
De ANWB heeft nog tien tips, waaronder het fietsen over de zeven lenteroutes. Menig fietser trapt dagelijks naar werk of school, onder de stralende zon of door de regen. Het hele jaar door. Puur voor je plezier een route fietsen, is het leukst in het voorjaar. Wanneer de lammetjes springen in de wei, de vogels uit volle borst zingen en het af en toe roze bloesem sneeuwt. Nog meer fietsroutes vind je op deze website.