Crimineel van generatie op generatie: Tilburgse aanpak lijkt te werken
We spraken een coach die voor de gemeente bij families op bezoek gaat. Omdat hij een vertrouwensband met hen op moet bouwen, wil hij niet met naam genoemd worden.
Criminaliteit loont niet, is de basis van zijn boodschap: “Ze worden er in eerste instantie misschien rijk van, maar op de lange termijn, voor je kinderen, levert het eigenlijk geen donder op. Deze mensen moeten constant achteromkijken, achterdochtig zijn. Is dit nou leuk dit leven?”
“Ge bent nou al munne maot!’
Het project begon een jaar geleden. Dertien gezinnen doen nu mee. De begeleiding door de coach is op vrijwillige basis, benadrukt hij. Vertrouwen winnen, dat is soms nog lastig: “Bij het ene gezin kom je binnen en zegt vader na een uur: ‘Ge bent nou al munne maot!’ En bij anderen duurt het soms maanden.”
Wat de coach doet, is de basis in het gezin stabiel maken: “Huisvesting, eten en drinken, het inkomen: dat moet legaal op orde zijn. Dat is keihard werken, want die gasten hebben nooit met de overheid te maken gehad: dat vonden ze stom. Maar ze zijn er nu wel van afhankelijk.”
Als dat allemaal is gelukt, moet het gezin proberen in de bovenwereld te leven. De coach helpt ze daarbij. Hij is tussen de drie en de acht uur per week bij ze. Eet een hapje mee, gaat mee naar de huisarts of met de kinderen naar het voetbalveld. “Ik ben deel van het gezin, hang er in de bank en heb soms zelfs een vaste plek aan tafel. En dan zie je dat vooral vrouwen en kinderen echt goed aanhaken.”
Mannen zijn er vaak wat afhoudender. Ze zijn er soms ook niet bij, omdat ze in de gevangenis zitten. Maar ook met hen heeft de coach contact. “We betrekken ze overal bij. En als ze merken dat er goed voor hun gezin wordt gezorgd, gaan ze toch overstag.”
“Ik wil uit die wereld, ik ben het beu.”
Als de mannen uit de gevangenis komen, is dat het moment van de waarheid. “En dan zeggen ze vaak: ‘Ik wil uit die wereld, ik ben het beu, ik heb zoveel gezien en er een trauma aan overgehouden.’ En dan zie je dat ze in een gewone, legale baan aan de slag gaan.” De gemeente helpt dan vaak met een opleiding.
Al met al heel veel aandacht voor een familie die crimineel is. De coach moet zich er vaak voor verdedigen op verjaardagen: “Dat de gemeente dat doet, voor criminelen. Daar ga je toch niet je nek voor uitsteken?!” Zijn argument is altijd: “We besparen enorm op zorg en straffen.”
“Iemand in de gevangenis zetten is enorm duur en heel inefficiënt.”
Een criminoloog van de gemeente Tilburg die deskundig is op het gebied van crimineel gedrag, begeleidt het project. Hij vult aan: “Het is een enorme investering. Maar het is een kleinere investering dan wanneer je alles laat dooretteren. Iemand in de gevangenis zetten is enorm duur en helemaal niet efficiënt. Er zijn weinig mensen die uit de bak komen en daar iets hebben geleerd, behalve hoe ze nog crimineler kunnen zijn zonder gepakt te worden.”
Over de resultaten is de coach realistisch: “De kans dat iemand toch weer het foute pad op gaat, ligt voortdurend op de loer.” Maar de eerste resultaten van de proef zijn positief: “Het klinkt misschien allemaal heel optimistisch. Maar de criminele families die wij begeleiden, komen sinds onze komst niet meer voor in politiedossiers. Er komt nog wel eens een melding voor, maar ze plegen geen strafbare feiten meer.”
De criminoloog is blij met de eerste resultaten, maar ook voorzichtig: “In deze gezinnen was opa vaak al crimineel. Of deze aanpak werkt, blijkt pas als de jongste generatie volwassen is. Als hun kinderen ook op het rechte pad blijven, weten we pas of we echt succesvol zijn.”
LEES OOK: