3 wijze lessen over water van een dijkgraaf die met pensioen gaat

16 april 2021 om 07:30
nl
Zestien jaar was Lambert Verheijen dijkgraaf van waterschap Aa en Maas. Zijn werk is in Brabant een klus die nooit af is. De klimaatverandering zorgt voor te veel én te weinig water, soms bijna tegelijk. Het waterschap staat ervoor. Drie wijze lessen bij het afscheid van een bestuurder.
Profielfoto van Peter Pim Windhorst
Geschreven door
Peter Pim Windhorst

Een wapperende kuif en een ironische glimlach. Vanaf 1987 zat de geboren Eindhovenaar in het openbaar bestuur. Als lid van Provinciale Staten, als gedeputeerde, als lid van de Eerste Kamer én als dijkgraaf. "En nu ben ik er wel klaar mee," zegt hij lachend. Na zijn pensionering wil hij wegblijven uit het vergadercircuit. "Ik heb geen zin mijn opvolger voor de voeten te lopen."

In een (laatste?) interview komt de oud-leraar sociologie nog met drie wijze lessen.

1. Het water moet schoner

Hij kan het zich nog heel goed herinneren. De dag in 2017 dat hij werd gebeld door Evides, het drinkwaterbedrijf. Ze hadden Gen-X in de Maas gevonden en het kwam uit de Dommel of uit de Aa. Slecht nieuws. Gen-X is een veelgebruikte maar ook gevaarlijke stof, die wordt gebruikt bij de productie van bijvoorbeeld regenjassen en Tefalpannen maar ook zo stabiel dat het niet meer uit het milieu verdwijnt.

Het waterschap ging zoeken en vond het Helmonds bedrijf waar Gen-X weglekte. Niet veel maar genoeg om alarm te slaan.

"Vergeet niet dat 5 miljoen Nederlanders hun drinkwater uit de Maas halen. Als wij als Brabanders het water niet schoon houden, moeten hun drinkwaterbedrijven meer geld uitgeven water schoon uit de kraan te laten komen."

"In een rivier zijn het maar kleine beetjes. Maar als je er drinkwater van moet maken, maken milligrammen al het verschil."

Waterschap Aa en Maas steekt de komende jaren 100 miljoen euro in de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Via de toiletpotten komen er steeds nieuwe chemische stoffen in het water. Verheijen noemt medicijnresten, antibiotica maar ook plastic dat zo in het milieu terecht komt. "De grote uitdaging is om daarvoor oplossingen te vinden."

En dan: "Als ik zie dat een Nederlandse supermarkt nu een actie heeft met pannen zónder Tefal... ja, daar word ik blij van."

2. Blijven praten met de boeren

In 1996, Verheijen was toen nog gedeputeerde, maakte hij een afspraak met de boeren dat ze per jaar 40 miljoen kuub voor beregening mochten gebruiken. "Dat ging goed tot 2017." Door de droogte gebruiken de boeren sindsdien 100 miljoen kuub per jaar.

"Ik was in 1993 al bezig met verdroging. Zo lang speelt het al. Door de klimaatverandering gaat het nu sneller. Vanaf de jaren zeventig pompen we water te snel weg. Dat moet veranderen."

"We kunnen meer water vasthouden in april en mei door een hoge waterstand aan te houden. Dat is vervelend voor boeren die dan met zware machines niet het land op kunnen. Maar dat water kunnen ze in de zomer dan wel gebruiken om te beregenen. Het moet uit de lengte of de breedte komen. Ik denk dat de productiviteit van de boeren daardoor lager zal zijn. Daar kan je niet omheen."

In Brabant praten de waterschappen, de boeren en de milieuorganisaties al jaren met elkaar. "Het water is van iedereen," zegt Verheijen. "Dus de overheid moet beslissen over de verdeling."

Hij heeft jarenlang goed overlegd met de ZLTO maar ziet wel een probleem bij de opkomst van radicalere boeren, zoals die van de Farmers Defense Force. "Als je alle wetenschappelijke rapporten gewoon wegwuift, kan je niet meer in gesprek. Als je geen feiten meer hebt, kan je niet overleggen."

3. Het klimaat verandert

In 2016 trof een plotselinge hagelbui het kassengebied bij Asten. Vuistgrote hagelstenen veroorzaakten een miljoenenschade. "Klimaatverandering", zegt Verheijen. "Het weer wordt extremer. Droogte, plotselinge hoosbuien... het gaat allemaal vaker gebeuren."

"Maar wat gebeurt er als zo'n plotselinge hagelbui boven de binnenstad van Den Bosch losbarst? We moeten de samenleving weerbaarder maken.

Een ander voorbeeld. Hij wijst naar buiten. Vanuit zijn kantoor in Den Bosch kijkt hij uit op het gebied De Kloosterstraat. "Het zou ooit een bedrijventerrein worden. Ik heb het gemeentebestuur verteld dat het misschien wel nodig is als waterberging, als plek waar we bij plotselinge hevige regenbuien het regenwater naartoe kunnen leiden. Dat is slikken maar dat is het soort keus waar we nu voor staan. Den Bosch is nog niet honderd procent beschermd tegen plotseling hoog water."

Klimaat is sterker dan de mens. Daar moeten we over na blijven denken. We moeten blijven investeren."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.