Jack en Hennie verdedigen hun geiten met een hoog hek tegen de wolf
“Het zijn net kinderen. We geven ze veel aandacht en krijgen er ook heel veel voor terug.” Jack Gramberg is iedere ochtend en avond een half uur met zijn dieren bezig. Hij aait ze, geeft ze eten en gaat zelfs met ze wandelen door de wijk. "Dat is een heel intiem contact.”
De bokken heeft hij met drie maanden gekregen. En het schaap is met zijn 18 jaar al net zo hoogbejaard als het echtpaar zelf. “Als ze ten prooi zouden vallen aan een wolf, zou ik daar heel verdrietig van worden”, zegt Jack. “Hij zou het niet overleven”, vult zijn vrouw aan. “Mijn man heeft het aan zijn hart.”
Nee, een wolf hebben ze nog nooit zien lopen. Maar ze kennen de verhalen van de wolf op de Strabrechtse Heide. En de Grambergs zijn bang dat die wolf of zijn nageslacht uiteindelijk richting Nuenen komt.
“Vrienden van ons hebben een poedel die heel hoog springt, dan kan een wolf dat waarschijnlijk ook wel.”
“Een wolf wil schapen. Dat snappen wij ook wel.” Jack en Hennie zijn dan ook niet boos op de wolf, maar hij hoort niet meer in Nederland thuis, vinden ze. “Wij zijn er niet meer op ingericht. Ze zouden een gebied in de Veluwe moeten afrasteren en daar wolven toe laten."
Maar zolang dat niet gebeurt zetten zij zelf een hek om hun dieren. Volgens deskundigen zou een hek van 1,45 meter hoog genoeg zijn maar dat vertrouwt Hennie niet. “Vrienden van ons hebben een poedel die heel hoog springt, dan kan een wolf dat waarschijnlijk ook wel.”
Jack en Henny realiseren zich dat de dieren hen misschien wel zullen overleven. “Maar we hebben al geregeld dat ze dan naar het weiland van de buurman gaan. En die heeft ook een hek van 1,5 meter, dus ook daar zijn ze veilig."