Winkelstraat komt weer tot leven: 'Ik voelde me net een postorderbedrijf'
"Wij zíjn de Nieuwlandstraat", zegt Astrid Aldenhuijsen enthousiast terwijl ze haar terrasstoelen neerzet en de parasols openklapt. Haar lunchcafé Nieuwland ontwaakt uit een lange winterslaap. "Het zijn heel pittige maanden geweest", blikt ze terug. "Want we konden niet doen waar we blij van worden."
Datzelfde geldt voor boekhandel Livius even verderop: "We merken het meteen. Dit is veel laagdrempeliger dan wanneer je afspraken moet maken", zegt Kathelijn Berents. Toch is ze de lockdownmaanden goed doorgekomen: "Het is minder geweest, maar niet dramatisch. We hebben veel trouwe, vaste klanten. Dat werpt in zo’n periode z’n vruchten af want de mensen bleven komen."
Gesprekken met klanten
In de decembermaanden heeft Berents veel bezorgd: "Daar werden we wel gek van. Je bent dan gewoon een postorderbedrijf en dat is niet leuk. Het gezellige van een winkel is juist dat je gesprekken hebt met je klanten. Zij zoeken een goed boek, wij kennen onze klanten goed, weten wat ze willen en geven aanbevelingen. Daar moeten we het van hebben."
Waar Berents de deuren moest sluiten, was er voor naaimachineverkoper Luc Jansen eigenlijk niet veel aan de hand. Omdat hij ook naaimachines repareert was hij een essentiële winkel en dus mocht hij open blijven.
"Maar klanten hadden dat niet door. Ze dachten dat we dicht zouden zijn, dus ze kwamen niet. En omdat alle andere winkels dicht waren, was er niemand in de stad." In de ochtend sloot Jansen daarom zijn winkel. Hij haalde machines op bij klanten en bracht gerepareerde machines weg. "Zo had ik toch wat omzet. Maar het ging met hangen en wurgen."
Rommeltje
Van alle winkeliers is Rens Alta het minst goed voorbereid op de heropening. In zijn designwinkel is het best nog wel een rommeltje. "Het komt me eigenlijk niet goed uit", lacht hij. "Ik dacht al wekenlang dat ik de winkel in orde moest maken, maar het is erbij ingeschoten."
Alta is van iedereen het meest laconiek op de effecten van de lockdown: "Ik behoor niet tot degenen die eronder heeft geleden." Hij verkocht zijn spullen online en op afspraak en draaide daarmee maar een klein beetje minder omzet dan normaal. "Ik heb gewoon leuke dingen", legt hij uit. "En ik ben niet zo afhankelijk van wie er door de straat loopt."
Verlies
Voor Jacqueline de Jong, die in haar winkel Kunstlicht duurzaam gefabriceerde artikelen verkoopt, geldt het omgekeerde. Ze baalde stevig, toen ze eind vorig jaar dicht moest: "Ik had mijn verlies van de vorige lockdown bijna rechtgetrokken." Ze ging van een omzet van 25.000 euro naar zesduizend euro. De Jong heeft wel een webwinkel, maar dat werkt voor haar niet goed: "Wij moeten het echt hebben van langslopende mensen die denken: 'Hé wat een leuke winkel, naar binnen!'"
In de twintig jaar dat haar winkel bestaat, heeft ze een buffer opgebouwd, daardoor hield ze het vol. "Als ik net was begonnen, was het einde oefening geweest." Met gemengde gevoelens kijkt ze naar de toekomst: "Er komen nog zo veel mutaties op het coronavirus. Kijk naar India, daar stikt het van de mutaties. De beleidsmakers moeten daar creatiever mee omgaan. Doen ze dat, dan ben ik wel positief. Maar we zijn er nog niet. En gaan ze elke keer de boel op slot gooien, dan zijn de rapen gaar."
Astrid van lunchcafé Nieuwland is positiever: "Vanaf nu mogen we alleen maar weer méér. Het verleden is bitter, maar we zijn creatief met onze tijd omgegaan. Rond de feestdagen stonden de mensen in de rij voor onze cookieboxen. We zijn niet bij de pakken neer gaan zitten en nu kan het alleen maar beter worden."