Ieder jaar haalt Marcel Horck, imker in Tilburg, vijftien tot twintig bijenvolkeren op in en rond de stad. Mensen willen er graag vanaf, zegt hij. "Het maakt een pokkeherrie en mensen zijn er bang voor." Marcel geeft ze een nieuw huis en zorgt voor ze.

Dat is niet alleen handig voor de mensen in wiens boom de bijen genesteld zijn, ook voor de bijen. "Zeker met deze kou halen ze het niet", zegt Marcel. In een kast hebben ze een veel grotere kans om de komende winter te overleven. En Marcel heeft er een nieuw volk bij.

De imker wil de bijen houden
In de winter zitten er zo'n 25000 bijen in een kast, vertelt Marcel. In de zomer loopt dat op naar 40000 tot 50000 stuks. Hun kast wordt dan te klein en de koningin vliegt met een deel van haar volk weg.

Eerst blijven ze in de buurt, de eerste paar uur vliegen ze misschien een paar meter. Maar als ze geen fijne plek vinden, vliegen ze rustig kilometers weg. Als imker moet je maar net in de gaten hebben dat ze zijn vertrokken.

Honing weg
Om dit alles voor te zijn, zoekt de imker in de lente de koningin eruit. Met een aantal andere bijen wordt ze apart gezet en groeien deze bijen langzaam tot een nieuw volwaardig volk. "Zo houdt de imker het in de hand en ben je niet zomaar honing kwijt." Dit blijkt alleen geen waterdichte methode.

De imker wil de bijen niet alleen graag houden omdat ze voor overlast kunnen zorgen, het zwermen kost heel veel honing. Om wat voorraad te hebben, zuigen de bijen zich helemaal vol met honing voor ze vertrekken.

Bel een imker
Het advies van Marcel is helder: mocht je een zoemende groep bijen ergens zien hangen, ga dan niet zelf in de weer. "Je kan er nergens mee naartoe en voor je het weet word je weet ik hoe vaak gestoken." Een imker in de buurt komt graag langs.

Marcel heeft een korf in de auto liggen waar hij de bijen in kan schudden. "Ik heb alles bij me, ook een imkerpak als dat nodig is." Vaak heeft hij maar tien minuten nodig om het klusje te klaren en dan is de tuin weer veilig voor iedereen.