Het Kenniscentrum Eikenprocessierups verwacht de meeste overlast eind juni, begin juli. Er valt nu nog weinig te zeggen hoe groot de overlast zal zijn. Dat ligt deels aan de natuur en deels aan wat gemeentes preventief hebben gedaan of nog gaan doen.

Volgens Henk Jans van het kenniscentrum is dit hét moment voor gemeentes om preventief te bestrijden. “Als je wat wil doen, moet je dat nu doen. Je moet het moment voor zijn dat de rupsen in de nesten zitten. Dus nu moet het gebeuren”, vertelt hij.

Jans noemt Breda als gemeente die in Brabant erg actief is op het gebied van monitoren en preventief bestrijden. Een gemeentewoordvoerder laat weten: "Op dit moment zijn nog maar zeven meldingen binnengekomen. Samen met de aannemer monitoren we de verschillende locaties en we zijn klaar om te starten met het verwijderen van de nesten." Inwoners van Breda kunnen op een kaart melding maken van de jeukrups. Op die kaart is ook te zien welke meldingen zijn afgehandeld en welke nog in behandeling zijn.

Uit eigen inventarisatie van het kenniscentrum blijkt dat ongeveer 15 procent van de rupsen het vierde larvenstadium heeft bereikt. In die fase ontwikkelen de rupsen de brandharen waar we allemaal zo’n last van hebben. Het kenniscentrum verwacht dat de eerste nesten vanaf volgende week te zien zijn.

Aanvankelijk werd gedacht dat het koude voorjaar de rupsen in de weg zou zitten. Dat lijkt mee te vallen. “De natuur herstelt zich snel”, aldus Jans. “Rupsen kunnen lange tijd in een jong stadium blijven. Als het warmer wordt en de bladeren langzaam van de boom ontrollen, gaat de rups toch groeien.” De jeukrups profiteert dus ook volop van het fraaie weer nu.

De komende weken is het afwachten hoe groot de overlast wordt. Maar dat de eikenprocessierups ons ook dit jaar gaat vervelen moge duidelijk zijn.

LEES OOK:

Wat helpt tegen eikenprocessierupsen en wat niet? Een overzicht

Bestrijden van de eikenprocessierups kost gemeenten samen miljoenen

Eikenprocessierups overleeft winterkou, maar heeft wel een nieuwe vijand