Mpanzu Bamenga in zaak tegen de staat: 'Etnisch profileren moet stoppen'

15 juni 2021 om 20:01 • Aangepast 16 juni 2021 om 07:10
nl
“Etnisch profileren is oneerlijk, kwaadaardig, pijnlijk en vernederend." Het zijn de woorden van Mpanzu Bamenga. Dit voormalige D66-raadslid uit Eindhoven sprak in de rechtbank van Den Haag. Daar diende dinsdag de rechtszaak die hij samen met onder andere Amnesty International aanspande tegen de Nederlandse staat.
Profielfoto van Jan Waalen
Geschreven door

Volgens Bamenga worden aan de grens en op de luchthavens mensen uit de rij gepikt en gecontroleerd vanwege hun huidskleur of afkomst. Hij wil dat de rechter dit verbiedt.

Bamenga kan er uit eigen ervaring over mee praten. Voor de rechtbank beschrijft hij hoe hij op een regenachtige ochtend in april 2018 bij aankomst op Eindhoven Airport uit de rij werd gepikt. “Ik werd als een van de weinige mensen onderworpen aan een extra controle. Niet omdat er een concrete verdenking rustte op mijn persoon. Maar wel omdat ik beschouwd werd als niet-Nederlander en als een potentieel crimineel, vanwege mijn huidskleur.”

Bamenga stapte niet alleen vanwege dit incident naar de rechter. Hij maakte het al vaker mee en weet dat heel veel mensen met een kleur dit overkomt. “Het gaat me om een betere samenleving. Ik gun dit mezelf niet, ik gun dit onze kinderen niet, ik gun dit niemand."

"Het is discriminatie, dat moet stoppen."

Volgens de staat worden mensen nooit alleen vanwege hun huidskleur bij de grens gecontroleerd. Huidskleur kan wel een risicofactor zijn, samen met andere factoren, zoals het gedrag van iemand, het reisgezelschap en de bestemming waar iemand vandaan komt. Maar Bamenga is ervan overtuigd dat huidskleur of etniciteit vaak een doorslaggevende rol speelt. “En dat is discriminatie. Dat moet stoppen.”

Bamenga verliet dinsdag met een goed gevoel de rechtbank. “Het viel me op dat de rechter flink doorvroeg over de werkwijze van de marechaussee. Ik vond niet dat ze veel argumenten hadden voor hun werkwijze. Ik denk dat we een sterke zaak hebben.”

Op 22 september doet de rechter uitspraak. Dat gebeurt niet schriftelijk, maar het vonnis wordt voorgelezen tijdens een zitting van de rechtbank. “Daar blijkt maar uit dat de rechter het ook een belangrijke zaak vindt.”

LEES OOK:

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.