Waarom is het toch altijd crisis bij NAC Breda?
Hoewel het imago in het land soms anders doet vermoeden, is het tegendeel waar. NAC is absoluut geen carnavalsclub met louter bierdrinkende en lallende supporters. Veel geel-zwarte harten zijn trouw, rauw en vurig. Ook de laatste weken lopen de emoties weer hoog op aan de Rat Verleghstraat, want NAC pendelt al jaren van crisis naar crisis. Nu is Breda weer te klein omdat technisch directeur Ton Lokhoff opstapte na een machtsstrijd met trainer Maurice Steijn en directeur Mattijs Manders.
Want waar het in Breda over voetbal moet gaan, gaat het net zo vaak over wie de langste heeft en de dienst mag uitmaken. Daarbij worden persoonlijke belangen, in welk kamp dan ook, meestal niet uit het oog verloren. En dat is heel treurig. In dit geval vooral voor Ton Lokhoff, een clubicoon die met de beste bedoelingen kwam en te allen tijde binnenboord moet blijven. Maar ook voor trainer Maurice Steijn, die zijn kinderen om veiligheidsredenen niet thuis kan laten slapen.
"Bij NAC is er nooit eensgezindheid."
Hoe kan het toch zijn dat er altijd hommeles is bij NAC? Dat de geschiedenis zich keer op keer herhaalt? Om het heel simpel te stellen: bij de Bredase club is er nooit eensgezindheid in de bovenste regionen. Algemeen bekend is dat die gestuurd worden door een vijfde, zesde en wellicht ook zevende colonne. Enig gemanipuleer is daarbij niemand vreemd. Wie er ook gelijk heeft, maakt in deze niet uit. Als de één rechtsaf wil, pleit de ander geheid om juist linksaf te gaan.
Probleem is verder dat de goede mensen altijd op een verkeerd moment bij de club zitten. Ze volgen elkaar op in plaats van zonder enig ander belang de club op te bouwen. Het is bij NAC net of tien kleuters iets willen pakken dat te hoog hangt. Door samen te werken zouden ze erbij kunnen, maar op de ladder vertrappen ze elkaar al en kan er uiteindelijk niemand bij.
Ook de huidige crisis is weer een goed voorbeeld van hoe het niet moet. De club heeft het wederom gepresteerd om twee mensen bij elkaar te zetten die niet kunnen samenwerken. De manier waarop Steijn zijn collega Lokhoff bijvoorbeeld voor de bus gooide tijdens 'Ibizagate' - "Ton zat toch ook in Duitsland" - was tekenend voor de verhoudingen tussen de twee kemphanen. Maar ook een algemeen directeur die bij tijd en wijle op de stoel van de technisch directeur gaat zitten, helpt niet mee. De raad van commissarissen probeert het allemaal wel te lijmen, maar blijkt daartoe niet in staat.
"Probleem is dat de grootaandeelhouders nooit hebben doorgepakt."
Een ander probleem wat NAC dwars lijkt te zitten, is het fundament van de club. De drie eigenaren, Paul Burema, Wim van Aalst en Rob van Weelde, hebben tegen wil en dank de club in handen gekregen omdat die anders financieel om zou vallen. Daar moet Breda ze heel dankbaar voor zijn, want ze hebben er nooit om gevraagd. Probleem is echter dat de heren daarna nooit hebben doorgepakt, waardoor het bij NAC altijd bij pappen en nathouden is gebleven. Dat wreekt zich, de club komt niet of nauwelijks vooruit.
Een oplossing zou daarom kunnen zijn dat de grootaandeelhouders alsnog flink investeren in de club. Of dat zij - op welke manier dan ook - op een verstandige manier afstand doen van hun aandelen. Het mooiste zou zijn als NAC weer een echte vereniging kan zijn. Dan is het financiële vangnet weliswaar weg, maar hebben de NAC-supporters het weer zelf voor het zeggen.
"Huidige crisis is moeilijk op te lossen."
Ondertussen hebben supporters én clubleiding zich in een positie gemanoeuvreerd die heel lastig is om op te lossen. De hakken staan in het zand en de emotie regeert. Hopelijk komt iedereen tot zinnen en wordt er als verstandige mensen het beste voor de club gedaan.
Want anders is er in 2022 opnieuw crisis. En in 2023... Tot het moment dat NAC niet meer bestaat. En dat verdienen vooral de hondstrouwe supporters niet. Maar gelukkig kan dat ook niet volgens het clublied: 'Hé, hé, hé hé hup NAC, zal nooit verloren gaan!'