Kan Mathieu van der Poel in de Tour de France wat vader Adrie heeft gedaan?
9 juli 1987. De negende touretappe eindigt in Renazé. Vijf mannen zijn ontsnapt uit het peloton. De sprint wordt gewonnen door Adrie van der Poel uit Hoogerheide. Het is de eerste keer dat hij een Touretappe wint.
“Ik heb in mijn carrière twee touretappes gewonnen. Voor sommige sprinters zoals Cavendish is het makkelijk, want die doen vaak mee om de ritwinst. Voor de meeste renners zijn er niet zoveel kansen in de Tour. Van tevoren kun je in het rondeboek zo al tien etappes doorstrepen waar je niet aan te pas komt. Nu hoor ik vaak renners praten en denk ik: begin gewoon eens met eentje. Ik weet hoe moeilijk het is.
Ik heb bij de Tour de France gemengde gevoelens. Ik heb hem tien keer gereden, vijf keer had ik echt plezier en vijf keer reed ik met tegenzin. De sfeer is goed als je elke dag meedoet voor een ritoverwinning of iemand hebt die meedoet in de top 5 van het klassement. Als je zelf niet goed bent en de ploeg draait niet, dan is het niet leuk.
Met Mathieu heb ik het hier niet over, hij is verstandig genoeg. Hij heeft genoeg wedstrijden gereden en weet hoe moeilijk het is om in een etappekoers een rit te winnen. Hij heeft wel een klein voordeel omdat hij ook nog redelijk snel is op het einde. Ik was snel, maar volgens mij is hij op bepaalde aankomsten gewoon veel sneller dan ik was. Dat vergroot wel de kans om eventueel raak te schieten.”
De dikke bandenrace in Kerkrade in 2003 kent als winnaar de 8-jarige Mathieu van der Poel, een van zijn eerste overwinningen.
“Ja op een koude regenachtige dag, dat weet ik nog wel. Met heel veel kinderen die in heel Nederland wedstrijdjes hadden gewonnen. Op die dag werden ze allemaal bij elkaar gebracht voor de finale.
Dat was gewoon Mathieu, hij heeft altijd heel graag gefietst al van jongs af aan. Hij is ook vrij jong begonnen met wedstrijdjes hier in West-Brabant. Dat is langzaam uitgebouwd, elk jaar een klein beetje meer, elk jaar een iets ander niveau.
Als vader is het leuk om je zoon zo te zien opgroeien. Hij is iemand die buiten het fietsen ook andere sporten heeft gedaan. Mathieu was altijd gedreven en hij was ook iemand die echt wel wist wat hij wilde bereiken. Ik heb hem nooit gepusht. Zelf heb ik altijd de kans van mijn vader en moeder gekregen om te doen wat ik wilde. Ze zeiden: je mag doen wat je wil, maar doe het dan goed. Dat heb ik mijn kinderen ook proberen mee te geven.”
De wereld kwam superlatieven tekort op 21 april 2019. Op weergaloze wijze won Mathieu van der Poel de Amstel Gold Race. Met deze overwinning plaatste Mathieu zich in het rijtje van grote renners.
“Het is iets unieks, hè? Er zijn natuurlijk ook nog andere renners die de afgelopen jaren uitzonderlijke dingen hebben gedaan. Dat is het leuke van de wielersport. Het komt ook omdat de meeste een beperkt programma rijden. Ze werken naar een climax toe, naar iets uitzonderlijks. Ik denk dat dit past bij het hedendaagse wielrennen. Dat de toppers niet elke wedstrijd rijden moet je gewoon accepteren. Bij ons was dat wel anders ja.
Ik praat niet met Mathieu over de keuzes die hij maakt. Ik denk wel dat vorig jaar heel leerzaam voor hem is geweest. Hij is erachter gekomen dat hij zich op de fiets niet alles kan permitteren. Hij trainde toch een beetje onbehouwen. Hij heeft geleerd dat hij heel goed op zichzelf moet passen. Hij leeft voor het fietsen, maar hij kan niet alles.”
Mathieu van der Poel begint zaterdag aan zijn eerste Tour de France. Zijn focus ligt op de eerste dagen om misschien ook wel het geel te pakken. Het is geen geheim dat hij de Tour niet uit gaat rijden. Want zijn ambitie deze zomer ligt bij een gouden Olympische medaille bij het mountainbiken. Een heel andere tak van de fietssport.
“Als je naar zoiets kijkt, dan zeg je: oh, leuk. Totdat je daar zelf bent, dan zie je hoe steil en smal het is en hoe hard het gaat. Het zijn gigantische inspanningen die de renners daar doen. Het is, denk ik, de zwaarste discipline van het wielrennen.
Dat Mathieu ging mountainbiken daar was ik volledig op tegen want deze sport doe je er niet zomaar even bij. Je zit in een andere houding en het is gigantisch belastend voor je rug. Daar heeft hij in het begin ook wel wat moeite mee gehad. Maar uiteindelijk weet hij dat en daar heeft hij op getraind, hij is ook breder geworden bij zijn schouders.
De combinatie Tour en Spelen is wel te doen, denk ik. Er is ook geen weg meer terug. Het grote voordeel voor Mathieu is dat hij al een aantal maanden weet hoe het moet gaan gebeuren dus hij is er mentaal op ingesteld. Hij moet natuurlijk wel wat rust hebben voor de Spelen. Nog wat op die mountainbike rijden en acclimatiseren. Die dingen worden binnen de ploeg helemaal uitgevogeld en ik denk dat dat heel goed gebeurt. ”