Veel pijnstillers in rioolwater bij zorgcentrum blijken niet van bewoners
, zo blijkt uit de pilot die zes weken heeft geduurd. De partijen die hieraan hebben meegewerkt, waren niet alleen benieuwd naar de hoeveelheid medicijnresten, maar ook naar sporen van COVID-19. Het water werd vanuit een 'monsterkast' in de gaten gehouden.
Schadelijk voor waterleven
Restanten van huis-, tuin- en keukenpijnstillers als Diclofenac, Ibuprofen en Naproxen kunnen via de riolering en de afvalwaterzuivering terechtkomen in sloten en beken. Daar kunnen ze schade toebrengen aan planten en dieren in het waterleven.
Leroy Wagemans, specialist ouderengeneeskunde bij BrabantZorg waar Nieuwe Hoeven onder valt, staat te kijken van de hoeveelheid restanten van dit soort pijnstillers die is aangetroffen. Positief vindt ze dat de pilot ook heeft aangetoond dat de aanpak om bewust en terughoudend met medicatie om te gaan vruchten afwerpt. “Er werden relatief weinig medicijnresten afkomstig van bewoners aangetroffen. Al wordt in sommige gevallen wel een deel door incontinentiemateriaal opgevangen”, aldus Wagemans.
'Meten op wijkniveau heel interessant'
Heike Schmitt van het RIVM: “We denken dat meten op wijkniveau heel interessant is voor het vinden van corona-hotspots. In wijken met verlaagde coronatestbereidheid of -brandhaarden kunnen gemeenten met deze data gericht actie ondernemen. We hopen dan ook van harte dat deze pilot vervolg krijgt.”
BrabantZorg werkte bij het onderzoek samen met onder meer waterschappen Aa en Maas en De Dommel.