Denk je anders over vaccineren dan je broer of oom? Zo voer je de discussie
In de samenleving vindt de discussie over wel of niet vaccineren op allerlei niveaus en op verschillende manieren plaats. Zo leidt de discussie tot ruzies online en zijn er virologen die zeggen bedreigd te zijn.
De discussie over vaccineren kan heel dichtbij komen, bijvoorbeeld wanneer er gezins- of familieleden zijn met andere denkbeelden. Dat is lastig, want hoe ga je om met iemand om wie je geeft, maar die een compleet andere mening heeft over iets wat belangrijk is.
Helmonder Erik Matser is klinisch neuropsycholoog en heeft vaak te maken met dit onderwerp. We vroegen hem naar ‘het gesprek’ rond vaccineren met andersdenkenden in de privé-sfeer.
Wat maakt de discussie over vaccineren anders dan andere moeilijke gesprekken?
“Het is nog maar de vraag of dat zo is. Vaccineren is een vrije keuze, en je bent voor of tegen. De vaccindiscussie is in die zin dezelfde discussie als bijvoorbeeld de discussie tussen een PSV- en Ajax-fan.”
Kunnen mensen uit hetzelfde gezin of familie het zó oneens zijn dat het escaleert?
"Duidelijk is dat je moet leren discussiëren. Als samenleving moeten wij leren praten met elkaar over moeilijke onderwerpen.
Beïnvloeding en je wil opleggen horen daar niet in thuis. Dat is niet de manier. Nee, je moet mensen dat al heel vroeg aanleren. Als kind al. Dat moet op school, maar dat moet ook in de huiskamer."
Voorkomen is beter dan genezen, duidelijk. Maar stel dat mijn broer op mijn verjaardag komt. Hij laat zich niet vaccineren. Ik wel, en ik wil er met hem over praten. Hoe doe ik dat?
"Je vraagt hem: hoe kom je tot het oordeel dat je je niet moet laten vaccineren? Met zijn reden kun je het eens of oneens zijn. Dat is prima, want zo krijg je verschillende standpunten. Die voors en tegens moet je open met elkaar bespreken.
Maar, en dit is belangrijk: vervolgens moet je wel met argumenten komen. Als je broer zegt: ik ben gezond dus ik wil geen vaccin in mijn lichaam, moet jij met andere, maar goede discussiepunten komen."
Dat klinkt als een hele normale tactiek?
"Dat is het ook, maar toch gebruiken mensen ‘m niet vaak genoeg. Dit principe heet psychological freedom. Dat is een communicatiemethode uit de wetenschap. Door deze manier van communiceren kom je tot de beste bevindingen en leer je het beste met elkaar omgaan."
Hoe werkt dat dan precies?
"De crux is dat je echt met interesse naar iemand luistert. Die informatie die iemand geeft, die laat je op jezelf inwerken en daar heb je niet gelijk een mening over. Vervolgens geef jij je mening. Diegene moet jou weer laten uitpraten. Net als jij moet ook hij die informatie vervolgens op zich laten inwerken. Dat is psychological freedom in een notendop."
Helder. Maar wat doe ik als mijn broer niet wil luisteren en hij dingen zegt die niet waar zijn?
"Wat een heel belangrijk punt is, is dat je dichtbij de waarheid moet zitten als je iets vertelt. Als iemand zegt: alle vaccins zijn vergif, dan moet je dat wel hard kunnen maken.
Dus als die broer zegt dat tientallen miljoenen vaccinaties vergif zijn, moet je hem vragen of hij daar bewijs voor heeft. In dit geval is niet aan te tonen dat vaccins vergif zijn, dus dan staat diegene op dun ijs. Zo gaat hij twijfelen aan zijn mening."
Nou ja, het kan zo zijn dat hij mij dan afbluft. Wat als hij totaal niet openstaat voor een gezonde discussie of voor wetenschappelijke feiten?
"Dan kan jij aangeven dat jij op die manier niet de discussie wilt aangaan. Zeg dan gewoon: ‘Jij legt mij jouw dogma op. Wat jij vindt, moet ik ook gaan vinden. En dat is niet de manier waarop ik dit wil doen.’ Want dat is hoe het zou moeten gaan.
Je moet nooit iemand in je dogma plaatsen. Dan overrule je iemand, en dat is nooit goed, zeker niet met onjuiste informatie. Je moet met elkaar praten, niet elkaar een mening opleggen."
Tot slot, is het überhaupt wel nuttig om dit gesprek grondig te voeren?
"Ja. Als ik goed naar jou luister dan heb jij het gevoel dat je gehoord wordt. Daar krijg je ook gelijk een gevoel van respect bij. Dat is belangrijk.
Soms hoor je wel eens iemand zeggen: ‘Mijn oom kon altijd goed mee praten, die had echt een luisterend oor.’ Nou, nee, waarschijnlijk liet die oom je gewoon uitpraten. Daar krijg je respect voor. Maar je moet dat wel leren, want niet iedereen wordt met dat talent geboren.
En dat is jammer. Je komt later hele moeilijke dilemma’s tegen in het leven. En die los je niet allemaal op door iemand te overrulen of weg te lopen."