Dit moet de brandweer doen om een dier uit een gierput te redden
André van Delst is de postcommandant van het technisch takelteam van de brandweerpost in Boekel. Zo'n team is uitgerust met een speciale wagen met een takel. Er wordt ook geoefend op situaties met grote dieren. Het staat hem nog helder voor de geest: "Onze eerste uitruk was met vier zeugen die in een gierput waren gevallen. Die dieren waren gigantisch in paniek."
Technische takelteams krijgen het vaakst te maken met dieren die in de mestput belanden. "Dikwijls zijn het ongelukken. Dan heeft een koe met haar hoeven het rooster losgetrokken bijvoorbeeld. Of varkens die de hele dag lopen te snuffelen, liften met hun snuit het rooster eruit. Dat soort ongelukken."
"De drang om in zo'n gierput te springen is heel groot."
De gassen die vrijkomen in zo'n gierput zijn levensgevaarlijk. Het is zwavelwaterstof, legt André uit. Juist in hogere concentraties is dat ontzettend gevaarlijk. André: "Dan ruik je het namelijk niet meer, maar is heel dodelijk." Nooit zomaar de gierput in om een dier te redden dus. "We meten eerst de gassen met speciale meters, zo wordt bepaald of we een veilige werksituatie hebben. Anders maken we gebruik van ademlucht, met een masker."
Het klinkt logisch, maar voor de boer en de brandweerlieden die als eerst ter plaatse zijn is het vaak lastig om te wachten tot het takelteam er is. "De drang om erin te springen is heel groot", zegt André. "Maar het gevaar is nog veel groter." De boodschap is daarom helder: "We zeggen áltijd tegen de dienstdoende bevelvoerder: ga vooral niet zelf de put in. En zorg ervoor dat de boer ook niet in de put springt." Dat laatste valt nog niet mee. "Het is hun werk, of hun hobby die ze voor hun ogen zien verdrinken. Ze zijn er zuinig op, dat begrijp ik wel."
"De onvoorspelbaarheid is wat het gevaarlijk maakt."
En dan is het aan de brandweer om te proberen die dieren weer levend uit de put te krijgen. "Gier is een massa die altijd tegen je werkt, het is veel dikker dan water", vertelt hij. "En dan zit je dus onder die roosters van de put te werken", schetst hij de situatie. "We mogen maximaal twintig meter de gierkelder in en dan moet er extra ruimte gemaakt worden om te ontsnappen. Want je werkt met dieren, in een kleine gang die gevuld is met gier. De onvoorspelbaarheid is wat het gevaarlijk maakt."
Ook René Hoezen, van het technisch takelteam van de brandweerpost in Berlicum heeft zo'n verhaal. "De complete vloer van een varkensstal was ingestort. Veertig varkens die rondzwemmen in die put, half verdrinken. Dan denk je wel: hoe gaan we dit doen?"
"Dan komt er toch tweehonderd kilo op je af."
Het hoofd koel houden, in ieder geval. "Maar je ziet, die dieren zijn gewoon in paniek. Je ziet het in hun ogen. De een wil vluchten, de ander in de verdediging. En dan komt er toch tweehonderd kilo op je af. Dan heb je niets te zeggen hoor."
LEES OOK:
Vijftig varkens uit mestput gered op boerderij in Nuenen
Dier in nood is ook een taak van de brandweer: 'Altijd weer een uitdaging'