Oudste gebouw van de TU/e wordt gesloopt: 'Het zijn maar stenen'
“We waren heel blij met de komst van een technische universiteit in de stad”, zegt Wim van den Heuvel. “Anders hadden we in Delft op kamers moeten gaan.” Wim studeerde er werktuigbouwkunde. “Het was een fantastische tijd”, herinnert hij zich.
“Alles moesten we opbouwen. Er was niets, ook geen studentenvereniging. We kregen wel een persoonlijke coach, iemand die bij Philips of DAF werkte en waar we bij gebrek aan oud-studenten op terug konden vallen." Ze hebben nog steeds contact, Wim en 'zijn' coach van toen.
“De geur van het Paviljoen deed me denken aan het clubhuis de scouting."
Rector Baaijens heeft hele andere herinneringen aan het Paviljoen. “De geur ervan deed mij terugdenken aan de tijd dat ik bij de scouting zat en we ons clublokaal hadden in zo’n soort barak.” Baaijens heeft er nog les gegeven, maar vindt het allesbehalve spijtig dat het nu definitief tegen de vlakte gaat. “Het was altijd bedoeld voor tijdelijk gebruik. Intussen zou er een nieuw hoofdgebouw komen voor de mensen die er werkten.” Dat liep anders. De universiteit breidde uit, maar het Paviljoen bleef overeind en leverde in de loop van die 65 jaar duizenden ingenieurs af.
Dat de sloop van het laatste pand een half jaar vertraging opliep had te maken met gebruikers van heel andere aard. “In de spouwmuur zat een kolonie vleermuizen en daar hebben we eerst andere onderkomens voor moeten creëren voordat we hier mochten slopen”, legt Marten Dijkshoorn van de gebouwendienst van de TU/e uit. Verspreid over het terrein staan nu verschillende palen voor vleermuizen en er komt straks zelfs een vleermuizentoren.
“Wij hebben zelfs een keer een hotel bezet omdat we meer studentenkamers eisten.”
Frank Baaijens is vooral blij dat er na de sloop ruimte komt voor meer studentenhuisvesting. “Hier kunnen straks iets meer dan 700 studenten wonen. Daar is grote behoefte aan.”
“Dat was in mijn tijd niet anders”, zegt Wim van den Heuvel. “Wij hebben zelfs een keer een hotel bezet omdat we meer studentenkamers eisten.” Dichtbij, of nog liever in hartje stad was toen de wens. En dat vindt Wim nog steeds “Hier zitten de studenten veel te ver van de stad af. We fietsen wel eens op een zondag over het TU-terrein en dan zie je overal groepjes studenten in het gras zitten. In de stad komen ze niet meer, terwijl dat wel beter zou zijn.”
Wim ging na zijn studie en wat buitenlandse omzwervingen aan het werk bij DAF. “Dit Paviljoen is in meerdere opzichten bepalend geweest voor mijn levensloop”, zegt hij lachend. “Want dankzij de komst van de eerste rector Dorgelo, ontmoette ik zijn dochter Anneke en zij is al 55 jaar mijn vrouw.” En daarmee is het, zegt hij met nadruk, de bakermat voor 55 jaar huwelijk.