Boer Daan ziet 75 hectare met aardappelen, mais en bieten kopje onder gaan
Net buiten de dijk bij Megen laat Janssen een aardappelveld zien. Het water staat er nog op. Bij elke stap zak je een stuk de klei in. De akkerbouwer trekt een plant uit de grond en laat de aardappelen zien. “Kijk je ziet dat ze al rot zijn. Deze planten zijn helemaal waardeloos. Ze hebben meer dan 24 uur onder water gestaan. Dan sterft een aardappel gewoon af.”
“Het meeste pijn doet het als het onder water begint te lopen”, vertelt Janssen. "Je weet hoe mooi je gewas er bij staat. En dan komt het water. Je staat dan machteloos te kijken.” Hij somt op wat er allemaal verloren is gegaan:
- 20 hectare aardappelen,
- 27 hectare suikerbieten,
- een paar akkers met maïs,
- een aantal akkers met graan.
"In totaal 75 hectare in de uiterwaarden, dat is allemaal verloren.”
Janssen snapt dat hij in de uiterwaarden teelt en dat dat risico’s met zich meebrengt. “Op de uiterwaarden telen in de winter is een heel groot risico”, zegt hij. “Maar in de zomer? De laatste keer dat er in de zomer een overstroming was, was in 1980. Hier kan je je niet voor verzekeren. Je kan er niks aan doen. Je staat erbij en je bent machteloos.”
De overstromingen komen bij Janssen extra hard aan. Door de coronacrisis kelderde de prijs voor aardappelen. “Na een jaar dat je je aardappelen voor maar 2 cent kan verkopen. En vervolgens komt je oogst onder water en kan je niks meer verkopen. Tegen zo’n ramp is niet te werken.”
De akkerbouwer hoopt dan ook dat er vanuit het rampenfonds of op een andere manier iets voor de boeren in Brabant gedaan kan worden. “We gaan er vanuit dat we ergens wel iets vergoed wordt. Dit is geen normale situatie.”