Striptease zorgt voor sluiting horecazaken: 'Eigenaar wist van niets'
In de drank- en horecawet staat dat je als ondernemer geen strafbare feiten mag plegen en ook niet teveel overtredingen mag begaan. Toen de gemeente het filmpje uit 2019 van zo’n zes minuten kreeg, samen met een filmpje dat kort te zien was op de sociale media van de zaak zelf, werd het besluit genomen om de horecavergunning in te trekken.
"Er was een werknemer die jaren in de zaak heeft gewerkt, die nam afscheid. Vrienden van hem hadden een striptease georganiseerd. Ze wilden het geheim houden, omdat het voor het afscheid was. De exploitant wist daar niets vanaf”, legt de advocaat uit.
Toen de striptease ineens begon, stond de eigenaar voor een lastige keuze. “Hij wist dat je daar een vergunning voor moest hebben. Die had hij natuurlijk niet, omdat hij niet wist dat de striptease plaats zou vinden. En wat doe je dan? De hele zaak stond vol, zie die dan maar eens leeg te krijgen. Dat is een heel gedoe. Daarom liet hij het doorgaan.”
De druppel
Is zo’n striptease zwaar genoeg om twee zaken te sluiten? “Het is een lichte overtreding”, zegt de advocaat. In haar ogen spelen 'verjaarde zaken' op de achtergrond een rol in de keuze om het stempel 'niet van goed levensgedrag' erop te plakken. "Of dit dan de druppel was? Ja, zo zal het wel gezien worden. In iedere kroeg is wel eens iemand na sluitingstijd aanwezig. En dat mag niet. Dat is bijvoorbeeld een lichte overtreding die hier ook is geweest. Maar het waren geen grote overtredingen."
"Drugshandel, vechtpartijen, handel in wapens. Dat zijn echt ernstige feiten", legt Geeraedts uit. "Als je je daarmee inlaat, dan is het anders. Maar dit is van een hele andere orde." Door het label over het goede levensgedrag erop te plakken was het dichtgooien van de zaken de enige optie. "Dan moet er overgegaan worden tot sluiting."
'Niet opgewekt'
De zaak komt op 10 augustus voor bij de bestuursrechter. De advocaat wil daar duidelijk maken dat het intrekken van de horecavergunning niet juist is. Het is niet dat er dan ook meteen duidelijkheid is voor de eigenaar. "Dan duurt het nog zes weken, minimaal." Het is slechts een gedeelte van de straf die de horecaondernemer heeft, want hij mag nu vijf jaar geen zaak exploiteren. "Hij is brodeloos. Hij heeft het er niet makkelijk mee, ik kan niet echt zeggen dat hij opgewekt is."