In de periode van 2015 tot 2019 was het landelijk gemiddelde 10,9 zelfdodingen per 100.000 inwoners. Uitschieters zijn:

• Zuidoost-Zuid-Holland: 8,2 per 100.000 inwoners.
• Zeeuws-Vlaanderen: 13,8 per 100.000 inwoners.

Ook West-Brabant zit met 13 zelfdodingen per 100.000 inwoners boven het landelijk gemiddelde.

Stad en platteland
Volgens de onderzoekers heeft dit te maken met het verschil tussen stad en platteland. De gebieden rond de grote steden liggen allemaal rond het landelijk gemiddelde. Maar in plattelandsgebieden liggen de cijfers ruim hoger. Zoals bijvoorbeeld in Tholen en West-Brabant.

Dat heeft volgens de onderzoekers te maken met:

• een hogere werkloosheid,
• meer sociale isolatie,
• meer alcohol- en drugsgebruik,
• een groter taboe op psychische problematiek.

Dit zijn allemaal risicofactoren waardoor meer mensen besluiten om uit het leven te stappen. Daarnaast zorgt het taboe om over psychische problemen te praten ervoor dat de stap naar de geestelijke gezondheidszorg of zelfdodingspreventie in deze gebieden vele malen groter is.

De onderzoekers benadrukken overigens dat zelfdoding zelden één duidelijke oorzaak heeft. “Iedereen heeft zijn of haar eigen specifieke persoonlijke situatie. Daarom is het bijzonder moeilijk met kille statistieken recht te doen aan het persoonlijke leed dat achter iedere zelfdoding schuilgaat.”

Stijging onder jongeren
De afgelopen decennia is het aantal zelfdodingen onder jongeren relatief gezien gestegen. In 1950 ging het om 0,9 gevallen op de 100.000 jongeren van 10 tot 20 jaar en dat aantal is toegenomen tot 3,1 in 2020. Dat is nog steeds relatief laag vergeleken met oudere leeftijdsgroepen.

Praten over gedachten aan zelfdoding helpt en kan bijvoorbeeld via MIND Korrelatie (0900 1450) of 113 Zelfmoordpreventie (0800 0113).