Wie maakt die kabouterlampjes? Frans Kapteijns geeft antwoord in Stuifm@il
De mooie vruchtjes van de wilde peen
Op de foto's die Martien van den Biggelaar stuurde, zie je de mooie vruchtjes van de plant wilde peen. Wilde penen horen tot schermbloemenfamilie en hebben in de bloeitijd een heel mooi scherm, zoals ook bijvoorbeeld fluitenkruid. Eenmaal uit bloei krult het scherm helemaal op en men noemt de plant dan ook weleens vogelnestje. Overigens krult het scherm van wilde peen tijdens de bloei ook in de avond bolvormig op en gaat dan hangen, maar de volgende ochtend bij de vroege zonnestralen spreidt de bloem zich weer uit.
Tot ver in het najaar kom je deze mooie plant in heel Europa tegen. In ons land staat wilde peen vooral in de bermen en dijkhellingen. Veel mensen beseffen niet dat deze prachtige plant met zijn mooie witte penwortel de stamvader is van onze oranje wortels. Volgens de overlevering zijn onze huidige oranje wortels een wilde peen afstammeling uit Afghanistan en sinds de 14de eeuw in gebruik in de keuken.
Een harige rups met oranje strepen
Op het filmpje van Bert Coppens zie je een behoorlijk harige rups met oranje strepen en drie witte borstels kruipen. Hij vraagt zich af welke rups dit is. Aangezien de rups veel haren heeft, moet je al denken aan een nachtvlinder en dit geval behoort deze rups tot de nachtvlinderfamilie van de uilen en heet gevlekte groenuil. Deze soort komt vooral voor op de zandgronden van Brabant en leeft in eerste instantie in de kronen van bomen. Waarschijnlijk was de rups, zie filmpje, van Bert Coppens op zoek naar een plekje in de strooisellaag op de grond om daar als pop te overwinteren, wat soms ook meerdere jaren kan duren.
Is dit een wesp of een hoornaar?
Het insect wat Lau de Hond naar de andere wereld heeft geholpen met de paarse vliegenmepper was geen wesp en zeker geen hoornaar, maar wel een paardendaas. Je kan het ook goed zien op de foto, want het diertje heeft maar twee vleugels en wespen hebben 4 vleugels. Deze paardendaas is een van de grootste dazen in ons land en in totaal leven er zo’n 3300 soorten. Naast de paardendaas kennen we in Nederland vooral de runderdaas, de goudoogdaas en de meest bekende is de regendaas. Je schrikt wel als de paardendazen in de buurt zijn, want ze vliegen met een opvallend luide, enigszins alarmerend klinkende bromtoon. Ook deze paardendaas vrouwtjes zuigen bloed, maar vooral bij runderen en paarden. Mensen schijnen niet interessant te zijn voor hen.
Torentjes op het beukenblad?
Joke Hermens stuurde deze foto van een beukenblad met daarop kleine puntige vormpjes op dat blad. Zij vraagt zich af wat het zijn. Het zijn beukengallen en die komen op dat blad door beukengalmuggen. Vrouwtjes van deze soort leggen de eitjes op de nog niet uitgelopen beukenknoppen. Uit die eitjes komen jonge larven gekropen, die direct rond de nerven van de jonge, ontluikende bladeren beginnen te zuigen. Als reactie daarop gaat het beukenblad in de loop van het voorjaar, maar ook in de zomer, de herkenbare beukengallen vormen. In deze gallen ontwikkelen de larven zich verder.
Wat liep er in mijn woonkamer?
Frank Dillisse dacht een hagedis op de foto te hebben gezet, maar het is waarschijnlijk een salamander. De foto is wat wazig, omdat Frank het diertje beschermde tegen de nieuwsgierige honden. Het verschil tussen een hagedis en een salamander is heel lastig om uit te leggen. De lichamen lijken op elkaar en ook de koppen geven een eenduidig beeld. Vaak is het dan de omgeving die de doorslag geeft. Woon je in een heidegebied of wat droger bosgebied, dan zijn het hagedissen die in je buurt kunnen leven. Woon je in een vochtige omgeving met poelen en plassen en dan heb je eerder kans op een salamander.
Honderd procent zeker dat het om een salamander gaat, is Frans niet. Wellicht kan Frank aangeven of hij een vijver in de tuin heeft of in een vochtige omgeving woont, want dan is het pas echt duidelijk.
Kleine watersalamander
Deze kleine, mannelijke watersalamander is zich aan het klaarmaken voor het broedseizoen dat eind deze maand begint. De kleine watersalamander heeft een grijs-, leem- tot olijfkleurige rug en flanken. Zijn buik is geel tot oranje met donkere zwarte vlekken. Tussen de flanken en de buik loopt nog een lichte, wit tot zilverige band. De kleine watersalamander kan tot elf centimeter groot worden en is dus niet de kleinste salamander in Nederland. Dat is de vinpootsalamander.
Een kabouterschemerlampje
Op de foto van Marie-Louise Weijters zie je aan een wit draadje een mooi wittig spinsel hangen. Zij noemt het een minikerstbal en de natuurgidsen zeggen vaak een kabouterschemerlampje, maar het is een spinsel van een spin. De spinnen die dit doen, zijn de bodemzakspinnen. Zij maken geen web en verder zijn het vooral jagers van de nacht. Ze maken zelfs geen spinsel om overdag in te schuilen, maar schuilen onder stenen of in kleine holletjes. In Europa komen vijftig soorten bodemzakspinnen voor. Sommige vrouwtjes maken een gesponnen steeltje aan een takje of grassprieten daaronder produceren ze dan een hangend kabouterlampje-spinsel waar de eitjes in liggen.
Vreemd insect op de muur
Op de foto van Roeland Dubèl zie je een diertje zitten, dat bestaat uit een lijf en acht hele lange poten. We hebben dus niet te maken met een insect, maar met een spin of spinachtige. Deze groep van dieren heeft namelijk vier paar poten, terwijl insecten in principe maar drie paar poten hebben. Het is dus een diertje uit de familie spinnen en spinachtige en aangezien bij dit diertje de kop, het borststuk en het achterlijf aan elkaar vergroeid zijn, gaat het om een hooiwagen. Spinnen hebben een vergroeide kop en borststuk en het achterlijf zit daar achteraan, dus spinnen bestaan uit twee segmenten en hooiwagens maar uit één.
Ook hebben hooiwagens slechts één paar ogen, kunnen ze geen spindraden maken en hebben ze geen gifklieren. Als ze niet op weg zijn, zitten ze soms heel stil en plat op een ondergrond. Ze vallen dan bijna niet op. Hooiwagens kunnen trouwens één of meer poten laten vallen bij een aanval. Wat de vijand dan extra doet verwarren, is dat de losgelaten poten nog enige tijd bewegen. Dit kan een paar seconden zijn, maar ook wel een uur lang.
Natuurtip: Historische wandeling Balsvoort en Banisveld op de Kampina
Smul jij van verhalen uit het verleden? Dan zit je bij deze wandeling goed! Je ontdekt op Banisveld hoe Natuurmonumenten een vuilnisbelt weer omtoverde tot mooie natuur. En je keert terug in de tijd op voormalig landbouwenclave Balsvoort, waar vroeger boerenfamilies een zwaar zelfvoorzienend bestaan leidden. In de Tweede Wereldoorlog vond hier een aangrijpend drama plaats.
Tips van de boswachter
- Trek stevige wandelschoenen aan
- Draag kleding die passen bij het weer
- Controleer jezelf achteraf altijd op teken
Aanmelden: via deze link kan je jezelf rechtstreeks aanmelden