Hoe onteigenen van boeren een reële optie is geworden in de stikstof-strijd
Maandagochtend schreef de krant NRC dat de ministeries van Financiën en Landbouw vergevorderde plannen hebben om honderden boeren uit te kopen, maar als het nodig is ook te onteigenen. Nauwelijks twee uur later publiceerde het planbureau het rapport waarin de mogelijkheid van onteigening officieel wordt genoemd.
Concreet zijn er twee manieren onderzocht waarmee de nieuwe regering de stikstofcrisis aan zou kunnen pakken. Beide beleidslijnen zijn deze zomer geschreven door ambtenaren van de ministeries van Financiën en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Beide varianten zijn ingrijpend en kosten vele miljarden. Volgens het Planbureau moet een stuk Nederland zo groot als twee keer de provincie Utrecht opnieuw ingericht worden.
Lange procedures
In beide scenario's gaat het rijk boerenbedrijven onteigenen, schrijft het planbureau. Het gaat dan om boerderijen in de buurt van Natura 2000 gebieden of om piekbelasters, boerderijen die veel stikstof uitstoten. De schrijvers waarschuwen voor lange juridische procedures, precies het beeld dat de LTO in een eerste reactie al schetst. Volgens de LTO betekent het ook jarenlange onzekerheid voor boeren.
Voor onteigeningen is nauwe samenwerking nodig met gemeenten en provincies. Die zullen in hun plannen moeten aangeven waar landbouwgrond in natuur moet veranderen.
Het huidige kabinet heeft al tientallen miljoenen gereserveerd voor verschillende regelingen om boeren uit te kopen. In dat beleid staat tot nu toe de vrijwilligheid voorop. Dat leidde er ook toe dat tientallen varkensboeren die zich hadden aangemeld voor een uitkoopregeling, later hun medewerking weer introkken. De keus voor onteigening is een nieuwe stap waar de politici in de huidige coalitie zich tot nu toe ver van hebben gehouden.
Dertig miljard
Het planbureau komt dus met twee beleidsalternatieven. In het eerste - dat in tien jaar ongeveer 30 miljard kost - wordt een deel van Nederland opnieuw ingericht. Het planbureau verwijst nadrukkelijk ook naar het zuidelijke zandgebied waar ook een groot deel van Brabant onder valt. In dat gebied zou het bijna niet meer mogelijk zijn om aan veehouderij te doen zoals we die nu kennen; een groot deel van de koeienboeren op de zandgronden zou over moeten schakelen op 'natuurinclusieve kringlooplandbouw'.
In het tweede alternatief legt de overheid strenge stikstofplafonds op en mogen boeren zelf weten hoe ze daaraan voldoen. Die variant zou de overheid ongeveer 14 miljard kosten. De kosten voor de boeren zouden echter enorm stijgen.
Minder dieren
Beide scenario's werken, zegt het planbureau. Omdat de veestapel in beide gevallen met tientallen procenten krimpt, daalt ook de hoeveelheid stikstof flink. Dat is goed nieuws voor de Nederlandse natuur, die nu nog te lijden heeft van de stikstof. En daarmee is het ook goed nieuws voor de overheid, die beloofd heeft die natuurgebieden te beschermen en in stand te houden.
Beide scenario's hebben ook gevolgen voor het hele agrarische bedrijfsleven. Een krimp van de veestapel heeft ook gevolgen voor bijvoorbeeld leveranciers van voer en slachthuizen. Die krimp berekent het planbureau op tussen de vier en de zeven miljard euro.
Nog veel onzeker
De scenario's waarmee het Planbureau voor de Leefomgeving is gaan rekenen, zijn afkomstig van ambtenaren. Het verzoek om ze door te rekenen komt van het kabinet. Wat het kabinet met de plannen gaat doen, moet duidelijk worden in het regeerakkoord.
Het planbureau stelt wel dat de opgave ongekend groot is. In beide varianten gaat het om budgetten en hoeveelheden land waarmee nog nooit op deze schaal is gewerkt. De berekeningen kennen dan ook veel onzekerheden.
Dat zal bij veel boeren pijn doen
Mario Berkers, varkensboer en voorman van ZLTO Deurne is geschrokken van het plan om boerenbedrijven te onteigenen. “Als dit de oplossing moet worden van de problemen dan is de politiek wel een hele makkelijke weg aan het zoeken. Ik zou liever kijken naar wat er innovatief mogelijk is.”
Volgens Berkers is de impact van gedwongen onteigening voor boeren enorm groot. “Als je het per se niet wil dan zijn de sociale gevolgen heel groot. Want achter elk bedrijf zit een gezin. Het is een levenswijze die dan abrupt afgebroken wordt. En dat zal bij veel boeren pijn doen.“