Huseyin pimpt scootmobielen, maar de politie kan er niet om lachen
“Scootmobielgek noemen ze mij”, zegt Senkaya enthousiast. De scooters hangen vol met zijn handelsmerk: enorme toeters die klinken alsof het de volgwagens in de tourkaravaan zijn. Als hij er vier tegelijk demonstreert, komen de twee politiemannen erop af.
"Het gaat om een beetje fun”, zegt Senkaya tegen de politieman. Hij komt er met een waarschuwing vanaf. Toch baalt hij. “Ik mag niet toeteren. De politie komt mij waarschuwen. Ik word helemaal gek. Waarom mag dat niet?"
Senkaya runt een Döner Kebabzaak aan de Marconilaan in Eindhoven. Tijdens de coronaperiode lag zijn zaak stil en had hij niets te doen. Hij begon met het pimpen van scootmobielen. “Ik heb reuma en daarom kan ik niet lopen. Ik heb pijn. Elke dag zit ik in mijn scootmobiel. Een paar keer reden ze mij bijna omver. Toen ben ik het met de claxon gaan proberen.”
“Ik had ook ledlichten. Die moesten afgebroken worden omdat mensen er last van hadden."
Inmiddels heeft hij al honderd scootmobielen gepimpt en verkocht. “Voor mij is het een hobby. Ik wil mensen helpen." Soms verkoopt hij een scootmobiel met een beetje winst, soms ook niet. "Geld is niet belangrijk. Mensen zijn belangrijk.”
Niet iedereen is van zijn werk gediend. Er werd al eerder geklaagd door de buurt. “Ik had ook ledlichten. Die moesten afgebroken worden omdat mensen er last van hadden. Mensen gunnen het je niet. Ze gaan meteen bellen."
Senkaya is Turks. Hij vindt de scootmobielen perfect voor na een gewonnen voetbalwedstrijd. “Turken toeteren dan allemaal. Tuut-tuut-tuut-tuut. Een paar jaar geleden had ik twaalf scootmobielen. Met mijn vrienden gingen we allemaal achter elkaar rijden en iedereen toeteren.”
Nog een keer rijdt Senkaya langs. Dit keer zonder te toeteren, maar wel met een enorme yel: “Eindhovuhhh!"