Vriens wilde als kind eigenlijk burgemeester worden. Wat later schreef hij samen met buurtgenootjes allerlei toneelstukjes, die ze vervolgens opvoerden. “Toen dacht ik: ik wil eigenlijk schrijver worden, of toneelspeler.” Naast toneel, speelde hij ook vaak schooltje met zijn vrienden. Hierdoor spookte het beroep van leerkracht ineens door zijn hoofd. Uiteindelijk werd hij het alle drie. Inmiddels is Vriens een succesvol kinderboekenschrijver.

Directeur Marian van Dun is blij dat ze de auteur, bekend van kinderboeken als Meester Jaap en het verfilmde Achtste groepers huilen niet, mag ontvangen op haar school. Volgens haar is Vriens hét boegbeeld van waar de Kinderboekenweek dit jaar voor staat. “Hij laat zien dat je kan worden wat je wil.”

Een succesvol kinderboekenschrijver worden, ging Vriens namelijk niet van een leien dakje. Vanwege zijn dyslexie stonden Vriens’ schoolopdrachten en opstellen vroeger namelijk vol met schrijffouten. Maar hij zette door. “Ik wilde graag verhalen schrijven, want die zaten in mijn hoofd”, vertelt hij tijdens zijn presentatie. Hij vroeg hulp aan zijn broer, die uitblonk in spelling. Inmiddels doet zijn vrouw Thérèse dat.

Ondanks deze ‘woordblindheid’ bleef Vriens proberen en zette hij dus door. “Als ik me iets had aangetrokken van die meester met al zijn rode strepen in mijn verhaaltjes, dan was ik nooit kinderboekenschrijver geworden.” En dan had de Heiberg niet van zijn boeken kunnen genieten in de gloednieuwe schoolbibliotheek.

De Roosendaalse basisschool stimuleert haar leerlingen actief om te lezen. Ook wordt er voorgelezen in de klas. Om leerlingen met dyslexie ook van Vriens’ verhalen te laten genieten, zijn er luisterboeken beschikbaar in de vandaag geopende schoolbibliotheek.

Overigens maakt het volgens Vriens niet uit wat leerlingen lezen. De directrice deelt zijn mening. “Het mag een stripverhaal zijn, maar ook informatief of een wat moeilijk niveau. Het moet vooral heel leuk zijn, zodat lezen voor ieder kind een feest is.”