Marianne Vos blij met Tourparcours voor vrouwen: 'Mooie, gevarieerde ronde'
De wielrenster uit Babyloniënbroek wil op zondag 24 juli graag aan de start staan in Parijs. Het vrouwenpeloton werkt dan de eerste etappe af op de Champs-Élysées, een paar uur later is het aan de mannen om hun Tour de France juist te finishen in de hoofdstad.
"Het is goed dat het elkaar opvolgt."
Die timing kan rekenen op steun van Vos, die vindt dat de rittenkoers een mooie erkenning is voor de vrouwentak van het wielrennen. "Die erkenning hangt natuurlijk niet alleen van de Tour af, maar dit is een hele grote bijdrage. Het is hoe dan ook goed dat het elkaar opvolgt, want daardoor kun je eerst de volledige focus houden op de mannen en daarna de vrouwen."
Na de openingsrit blijft de Tour de France Femmes in het noorden van het land, maar met bergritten, heuvels en andere vlakke ritten zijn de etappes heel gevarieerd. In totaal leggen de rensters 1029 kilometer af.
De vierde rit valt het meest op, met dank aan de Chemins Blancs: vier onverharde grindstroken tussen de Noord-Franse wijngaarden.
"Onderdeel van het wielrennen", antwoordt Vos op de vraag of ze vindt dat die stroken thuishoren in etappekoersen. "Natuurlijk hangt het af van de omstandigheden en hoe lastig het gaat zijn, maar ik denk dat het een etappe is die prima in zo'n Tour past."
Met haar ervaring als veldrijdster weet Vos dat zulke wegen haar wel liggen. "Maar ik denk dat ook veel andere rensters dit goed kunnen."
De laatste twee etappes zijn bergachtig, met de finish van de Tour op La Planche Des Belles Filles, een loeisteile berg in de Vogezen. "Daar gaan de klimmers het verschil maken. Het zou in ieder geval mooi zijn als de beslissing pas laat valt", beschrijft Vos.
"De Tour is een wedstrijd waar iedereen graag bij wil zijn, dus ik ook."
Dan ontbreekt er nog één belangrijk ding: is Vos erbij volgend jaar? "Dat is wel de bedoeling, ja", lacht ze. "Het is nog niet zeker, maar de Tour is een wedstrijd waar iedereen graag bij wil zijn, dus ik ook."