Maiky (18) is dol op de jaren vijftig en gamet op tv uit 1952
Als je Maikys kamer binnenloopt, stap je terug in de tijd. Blikvangers zijn een jukebox, een grammofoon, radiotoestel en een prehistorische tv. Maar ook: . oude wasmiddelen, stijfsel, speelgoedauto’s. Gamen? Doet Maiky ook. Maar dan wel op zijn tv uit 1952. Daarop heeft hij ‘Pong’ aangesloten, een van de eerste computerspelletjes ooit. Werkt perfect.
Als je Maiky vraagt waar zijn fascinatie voor de jaren vijftig vandaan komt, begint hij eerst over de spullen die hij om zich heen heeft verzameld: “Die hebben karakter. Ze hadden vroeger meer liefde voor het maken van spullen. Het was degelijker.”
Maar daarna gaat het toch over de manier waarop mensen toen samenleefden: “Ze gingen veel meer met elkaar om. In een dorp kende iedereen elkaar. Ik ken mensen die hun eigen buurman nog niet eens kennen. Ik mis die tijd heel erg.”
“Mijn smartphone heeft alle hoeken van de muur wel gezien.”
Maar nu heb je toch smartphones? “Helaas wel. Die van mij heeft alle hoeken van de kamer wel eens gezien. Ik ben er niet zo blij mee.” Maiky maakt er opnames mee met zijn accordeon, die zet hij online. Voor de rest vindt hij er weinig aan. “Ben ik met mensen aan het praten, zitten ze de hele tijd op dat ding gefocust. Ik ben toch met jou in gesprek, zeg ik dan.”
Zijn vrienden zetten wel eens vraagtekens bij Maiky’s hobby. “Wat doe jij met je leven?” vragen ze zich af. “Je moet zijn zoals je bent”, is dan zijn antwoord. “Je kunt beter jezelf zijn en niet meelopen met andere mensen. Allemaal dezelfde kleding aan? Daar is toch geen hol aan.” Een petje? Maiky zet liever een hoed op zijn hoofd.
Zijn grote voorbeeld is zijn opa. Die verzamelt net als Maiky, maar dan al veertig jaar lang. Het resultaat is een grote schuur vol met jaren vijftig-spullen, inclusief een paar paar oldtimers. Opa Noud Weterings is maar wat blij dat zijn kleinzoon interesse heeft in zijn verzameling: “Ga ze maar eens zoeken, jongeren van achttien die geïnteresseerd zijn in dat ouwe spul. Dat komt maar weinig voor. Ik ben er trots op dat ik het kan overgeven aan hem.”
"Heb je wéér wat bij je?"
Nog vijf jaar kan opa zijn schuur gebruiken, dan moet alles weg. Hij is met zijn vrouw kleiner gaan wonen. “Er gaan nog wel dingetjes naar hem toe”, wijst hij naar Maiky. “Alleen zijn moeder vindt het niet zo leuk. ‘Heb je wéér wat bij je’, zegt ze dan.” Maiky knikt. Verzamelen met mate dus? “Precies. Er is altijd nog wel een béétje ruimte.”