Geen straf voor Bossche broers die coffeeshop bevoorraadden
De broers waren tussen maart 2017 en juni 2018 bezig met het professioneel handelen in hennep. Ze zorgden voor het bevoorraden van een coffeeshop in Den Bosch. Hierbij kregen ze hulp van vier medeverdachten. Samen met hen vormden de broers een criminele organisatie.
Geen bewijs aparte handel
Volgens de officier van justitie handelden de verdachten, naast het bevoorraden van de coffeeshop, ook zelf nog in hennep. Separate handel wordt dat genoemd. De verdachten ontkennen deze beschuldiging.
Uit afgeluisterde gesprekken tussen een paar van de verdachten lijkt het er enigszins op dat ze zich hier inderdaad schuldig aan maakten. Maar er is geen ander bewijs dan die gesprekken. De verdachten zijn bijvoorbeeld niet geobserveerd en er is nooit hennep gevonden die niet voor de coffeeshop bedoeld was. Daarom spreekt de rechtbank de verdachten vrij van deze beschuldiging.
Bepalen van straffen
Volgens de rechtbank zijn bij het bepalen van de straffen verschillende zaken van belang:
- Dat de coffeeshop door de overheid wordt gedoogd.
- Dat de bedrijfsvoering van de coffeeshop op orde is.
- Dat de hoeveelheid softdrugs die buiten de coffeeshop werd gevonden, niet onredelijk of extreem was in verhouding tot de hoeveelheid die in de coffeeshop werd verkocht.
- Dat de voorraad alleen bedoeld was voor de gedoogde coffeeshop.
De rechtbank spreekt over de 'schijnbaar onverenigbare situatie' waarin aan de ene kant een coffeeshop zich aan de gedoogvoorwaarden houdt, maar dat aan de andere kant de noodzakelijke inkoop van de voorraad strafbaar is.
De twee Bossche broers waren open over hun werkzaamheden tegenover de rechtbank. Ze waren in dienst van de coffeeshop, maakten zich ook schuldig aan de inkoop en waren daarom dus strafbaar. Maar een strafoplegging 'dient in hun geval geen redelijk doel, aldus de rechtbank. Wel krijgt de 48-jarige man de bestelbus waarmee hij de hennep vervoerde niet meer terug.
Criminele organisatie
De rechtbank legt vier medeverdachten wel een straf op. Zij waren namelijk niet in dienst van de coffeeshop, lieten zich 'zwart' betalen en gaven hun inkomsten niet op aan de belastingdienst. Een van de verdachten, een 56-jarige Bosschenaar, kreeg bovendien een uitkering, waar hij door zijn werk eigenlijk geen recht meer op had. De rechtbank spreekt van een 'gebrek aan transparantie', terwijl juist die transparantie nodig is om dit werk onbestraft te kunnen doen. De 56-jarige man krijgt een taakstraf van 150 uur en een voorwaardelijke geldboete van vijfduizend euro.
Drie andere verdachten krijgen ook voorwaardelijke geldboetes opgelegd voor hun betrokkenheid:
- 5000 euro voor een 31-jarige man uit Sprang-Capelle,
- 1500 euro voor een 42-jarige man uit Den Bosch,
- 750 euro voor een 65-jarige vrouw uit Den Bosch.
Een 48-jarige vrouw uit Den Bosch is vrijgesproken voor betrokkenheid in de zaak.