Ieder jaar weer genieten van de DDW: 'Een blik op de toekomst'
Ivo Kaptein (55)
Voor deze informatietechnicus uit Eindhoven was de DDW van twee jaar geleden een regelrechte eyeopener. “De focus lag toen op houtbouw. Op het Ketelhuisplein was een grote houten trap gebouwd en daaromheen waren informatiestands die uitleg gaven over de voor- en nadelen van bouwen met hout.” Wat bleef hangen was het besef dat het voor het milieu beter is om met hout te bouwen. “Houtbouw zorgt voor minder CO2 in de lucht. Daar viel voor mij dat kwartje.”
“Je ziet hier mensen die buiten de gebaande paden denken en er hun dagelijks werk van gemaakt hebben om met oplossingen te komen.” Vooral in die eerste edities van DDW was het bijzonder om op Strijp S rond te lopen, zegt Ivo. “We kwamen op plekken waar we nog nooit waren geweest omdat het voorheen verboden terrein was voor iedereen die niet bij Philips werkte.”
Voorbeelden van ontwerpen die hem zijn bijgebleven na een bezoek aan DDW zijn er genoeg:
- kasten verwerkt in de vloer die in een handomdraai veranderd kunnen worden in een slaapkamer,
- een smartphone in de vorm van een enkelband,
- een stadsgids die via een VR-bril de gebouwen tot leven brengt.
“Je voelt hier de startups ontstaan. Dat is heel inspirerend.”
Tom Veeger (62)
De architect noemt de 3D-geprinte stalen brug die hij voor het eerst zag tijdens de DDW en die inmiddels op een Amsterdamse gracht ligt. “Het was zo’n barok ontwerp, helemaal uit één stuk staal. Ik vond het mooi en bijzonder. Omdat het de eerste keer was dat zoiets op deze schaal gebeurde, gaf het ook een gevoel van: jongens, we kunnen het!”
Dat hij fan is van DDW heeft niet alleen te maken met alles wat er te zien is. “De hele stad doet mee. Er gebeurt van alles. Bezoekers komen overal vandaan en er hangt een goeie sfeer.” Hij is ook blij met de mogelijkheid om heel direct met de ontwerpers in contact te komen.
Vanuit zijn vak als architect zoekt hij naar nieuwe bouwmaterialen, kijkt wat hij voor inspiratie kan gebruiken. “Een paar jaar geleden was er het 'Growing Pavilion' dat bekleed was met mycelium, schimmels dus. Biobased materiaal, dat zie je dit jaar ook weer veel.”
Hij herinnert zich het ‘People’s paviljoen’ in 2018, uitsluitend opgebouwd uit geleende materialen die later weer werden teruggegeven. “Dat idee is perfect te gebruiken door ieder festival. “
Het jaarlijkse rondje DDW begint voor Tom Veeger in de tentoonstellingsruimte van De Kazerne. “Daar staan topstukken van goede ontwerpers. De kwaliteit is hoog, het heeft allemaal niveau.”
Bea Straver
Wat Bea Straver vooral aanspreekt op DDW is de maatschappelijke betrokkenheid van de jonge ontwerpers. “Ik vind het hartverwarmend om te zien hoe ze bezig zijn met het voortbestaan van de wereld. Dat idealisme is voor mij ieder jaar echt een opkikker.” De eerste edities van DDW was dat heel anders, herinnert ze zich. “Het was veel oppervlakkiger. Het moest vooral mooi zijn.”
Maar wat het meeste is blijven hangen is een ontwerp van een jonge ontwerpster die de hartslag van haar terminale moeder had opgenomen en dat had omgezet naar lichteffecten. “Het idee was dat die weer invloed konden hebben op je gemoed. Het raakte mij.”
Een bezoek aan de DDW noemt ze een ‘kijkje in de toekomst’. “Je krijgt een beeld van hoe het eruit zou kunnen zien.” Dat gaat vooral leven in het contact met de ontwerpers. “Als ik door de Graduation Show loop, lijken de meeste ontwerpen heel abstract. Maar dat verandert als je hoort waarom ze iets gemaakt hebben, wat er achter zit.” Als voorbeeld noemt ze een ‘koffiesetje’. Sterre ter Beek had er morsetekens in verwerkt zodat haar opa met Alzheimer er iets uit zijn leven in zou herkennen. Dat is toch fantastisch!”
Tegenwoordig bekijkt ze DDW vooral door haar fotocamera. “Voor een fotograaf is dit een heel dankbaar evenement. Alles is perfect: de mooie manier waarop de ontwerpen gepresenteerd worden, met altijd het beste licht. En dan heb ik het nog niet eens over alle paradijsvogels die er rondlopen. Het is een genot.”