Geen levenslang: mijn onderbuikgevoel botste met mijn verstand
Hij wurgde zijn vrouw, kinderen en zijn moeder, en kreeg dertig jaar gevangenisstraf. Ik was verbaasd. En ik was zeker niet de enige. Zo iemand geef je toch levenslang? Was dit nou dat bekende onderbuikgevoel? Mijn ongenoegen over een straf die ik niet zag aankomen?
Begrijp me niet verkeerd: 30 jaar is volgens de regels in de praktijk 28 jaar brommen. Het is een snoeiharde straf, de op één na hoogste. De vader uit Etten-Leur is nu 34 en wandelt dus pas de gevangenis uit als hij begin 60 is. En hij is alles nu al kwijt. Niemand wacht hem op bij de gevangenispoort. Je bent vervreemd van iedereen als je terugkeert.
Een man met vier doden op zijn geweten. Ik dacht aan vergelijkbare zaken in de voorbije jaren. De tramschutter in Utrecht die vier mensen doodschoot: hij kreeg levenslang. En de ‘Kwartetmoord’ in Enschede waar een vader en twee zoons vier mensen doodschoten: ze kregen allemaal levenslang.
"De rechters zagen geen voorbedachten rade. Of toch?"
Het Openbaar Ministerie (OM) in Breda had ook om levenslang gevraagd bij de gezinsmoord. Want de politie denkt dat de man zijn gezin in slaap bracht met medicijnen en daarna toesloeg. Vier keer moord. Maar de rechtbank zag geen bewijs voor dat drogeren. De rechters zagen geen voorbedachten rade. Of toch? De rechtbank schreef in haar vonnis iets bijzonders:
‘Dat er bij het eerste slachtoffer mogelijk al sprake is geweest van gepland handelen, met voorbedachte raad, kan niet worden uitgesloten maar kan aan de hand van het dossier ook niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. Het vervolgens ombrengen van de andere slachtoffers waarbij eenzelfde modus operandi werd gebruikt, duidt in de ogen van de rechtbank wel op voorbedachte raad.’
Met andere woorden: de eerste dode die viel is misschien slachtoffer geworden van een opwelling van de vader, waarmee er juridisch dus sprake was van doodslag. Die vlaag ging voorbij en daarna besloot de vader, na kalme overweging zoals dat heet, ook zijn twee andere gezinsleden te vermoorden. Twee van hen – onder wie zeker één kind - zijn wel degelijk door moord omgekomen, is de conclusie van de rechtbank. Maar wie dat dan waren, dat is niet te bewijzen. Daarom kun je onmogelijk moord opleggen, want er hoort een naam bij. En daar zit het hem nu in.
"Alleen hij weet hoe het is gegaan en in welke volgorde."
Het probleem is dat niet bekend is in welke volgorde ze werden gedood. Dat schrijft de rechtbank ook zo in het vonnis: de volgorde van het doden is onbekend. En daarom besloot de rechter het te houden bij wat wél echt vaststaat: de vader maakte zich minstens schuldig aan doodslag. Alleen hij weet hoe het is gegaan en in welke volgorde. Maar de man ontkent alles en verder is er geen aanvullend bewijs dus weten we het niet.
Over één ding twijfelde de rechtbank niet. De moord op de moeder (de oma) is bewezen. Ze ging als laatste dood. De veroordeelde lokte haar naar het huis en wurgde haar, dat gaf hij ook toe. Dat was wél met voorbedachten rade.
En deze redenering van de rechtbank had dus gevolgen voor de straf. Simpelweg komt het erop neer dat je voor één moord geen levenslang oplegt en voor doodslag is levenslange celstraf wettelijk onmogelijk. Het maximum voor doodslag was vorig jaar tijdens de misdrijven nog 15 jaar. Dat is intussen 25 jaar geworden trouwens.
Dan ga je rekenen. In moordzaken zie je dat er door rechters al gauw tussen de 12 en 18 jaar wordt opgelegd. En 10 en 12 jaar voor doodslag. Kom je uit op zo'n 30 jaar bij elkaar. In dat opzicht is die opgelegde straf dus toch niet zo vreemd.
"Maar veel meer dan dat zullen het er ook niet zijn."
Dat geldt ook als je luistert naar de rest van de redenering van de rechtbank. Die zei dat je levenslang alleen in uitzonderlijke gevallen oplegt. Als iemand bijvoorbeeld een groot gevaar is voor de samenleving en in herhaling kan vallen. Dat blijkt nergens uit. Er is ook geen stoornis gevonden in zijn hoofd. Wat speelde was een hardnekkige gokverslaving en schulden, die hem en zijn gezin zwaar troffen.
Levenslang is een straf die ze niet zo makkelijk opleggen, dat blijkt maar weer eens. Dat gebeurt maar in pakweg één of twee zaken per jaar in ons land. Volgens de meest betrouwbare cijfers zitten er zeker ruim veertig mensen levenslang vast. Maar veel meer dan dat zullen het er ook niet zijn.
In Brabant zijn er deze eeuw ongeveer vijf personen geweest die levenslang kregen en dat nu uitzitten. De Koerdische crimineel Baybasin uit Gilze, de daders van de (drie) Brandevoortse moorden (2003), de brandaanslag in Eindhoven met de twee dode kinderen (2004) en de viervoudige moord in Helmond en Zwijndrecht (2011). Ze zijn allemaal veroordeeld voor meervoudige moord en kregen levenslang.
Als je veel van die zaken bekijkt zie je wel grote verschillen met de gezinsmoord, zeker als het gaat om de mate van opzet. Dat waren échte moorden, met vuurwapengeweld en drugs en nog meer, veelal in het criminele milieu.
"Dat onafhankelijke oordeel is heel wat waard."
Ik denk dat de kans groot is dat er een hoger beroep komt bij de gezinsmoord. En dan vooral vanuit het OM. Dat gaat alles nog eens voorleggen aan het hof in Den Bosch en vragen om een frisse blik over dat grensgebied tussen moord of doodslag. En of die volgorde ertoe doet. Zoiets is nooit verkeerd.
Een hoger beroep is niet nodig omdat de rechtbank zou hebben gefaald, integendeel. De rechtbank heeft naar de wet gekeken en wat er in andere zaken wordt opgelegd. De rechters keken minder naar het onderbuikgevoel en de publieke opinie dan ik verwacht had. Dat onafhankelijke oordeel is heel wat waard.