Prinses Beatrix bezoekt jubilerende ZLTO: 'Ze ziet dat wij het goed doen'
De 83-jarige prinses werd ontvangen door Wim Bens, voorzitter van de ZLTO. ‘’Ik ben weer eens naar het museum gekomen’’, begint prinses Beatrix. ‘’Dat is héél lang geleden.’’ Ze doelt op haar eerdere bezoek 31 jaar geleden aan museum in Gemert. ‘’Toen zagen we er allebei nog een stuk jonger uit’’, grapt ze.
‘’Ze waardeert heel erg wat wij doen als boeren.’’
Alsof het een soort Koninginnedag is, loopt ze door het Brabant van 1900. Het museum neemt je namelijk ruim 100 jaar terug in de tijd. Bij elk gebouw stopt ze even om in gesprek te gaan met de boeren van nu.
Zo komt ze aan bij René en Mirjam Witlox. De varkensboeren uit Haaren zitten in het ouderwetse cafeetje te wachten op de prinses. ‘’Ik ben net wat bezig met kippenmest’’, begint de prinses. Vervolgens wil ze van de familie Witlox weten hoe het gaat met het gezin en hoe ze hun bedrijf runnen. ‘’Dit was geweldig’’, is de eerste reactie van Mirjam. ‘’Ze waardeert heel erg wat wij doen als boeren.’’
Boer René vertelt dat de prinses hen een hart onder de riem stak. ‘’Ze is trots op hoe wij als varkenshouderijsector qua hygiëne en kwaliteit een voorloper zijn in de wereld.’’ De boeren staan de laatste jaren niet vaak positief in het nieuws. Volgens Mirjam was de prinses daar ook erg goed van op de hoogte. ‘’De prinses begrijpt heel goed in welke positie wij zitten en ze ziet ook dat wij het wel goed doen’’, vult René aan.
''Als ze dat Brabants niet kan lezen, mag ze mij altijd bellen.’’
Voordat prinses Beatrix bij de familie Witlox uitkwam moest ze door het ouderwetse kruidenierszaakje. Daar stonden de vrijwilligers Francien Roijackers en Thea van der Wijst haar op te wachten. ‘’Dat was hartstikke leuk’’, begint Francien. ‘’Ik moest wel even vragen hoe ik haar moest aanspreken.’’
Snoepjes nam de prinses niet mee uit het winkeltje maar een Brabants gedichtje gaat wel mee richting Kasteel Drakensteyn in Lage Vuursche. ‘’En als ze dat Brabants niet kan lezen, mag ze mij altijd bellen’’, lacht Francien.
125 jaar geleden werd in Heeswijk-Dinther bedacht om ‘samen sterk’ te zijn. ‘’Om samen één boerenbond te vormen’’, vertelt Bens. In 2021 kent de ZLTO (Zeeland, Brabant en een stukje van Gelderland) 12.000 leden. Dat is volgens voorzitter Ben 60 tot 65 procent van het aantal boeren in hun regio.
‘’Wij hebben de modernste land- en tuinbouw van de wereld, met boeren en tuindersbedrijven die aan de eisen van deze tijd voldoen.’’ Tegelijkertijd beseft Bens dat het na 125 jaar niet klaar is. ‘’Natuurlijk hebben we nog grote uitdagingen als het gaat om milieu en diervriendelijkheid. Maar de grootste uitdaging is het inkomen. Want je kunt alleen maar investeren als je een goed inkomen hebt.’’