Onrustig weekend in Brabant: zo denken relschoppers
Vrijdag gebeurde er nog weinig in Brabant. Hoe anders was dat in Rotterdam, waar een demonstratie tegen het coronabeleid helemaal uit de hand liep. Vuurwerk, branden, vernielingen en een kat-en-muisspel tussen jongeren en de politie. Veel Brabanders zullen aan de chaos tijdens de avondklokrellen in januari in Eindhoven en Den Bosch hebben gedacht.
Zaterdag sloeg de onrust over op Brabant. Na oproepen via Telegram om te rellen, was er zaterdagavond een grote politiemacht op de been in Eindhoven. Zondagavond staken zo'n honderd jongeren in het Sint Pieterspark in Tilburg zwaar vuurwerk af en vernielden ze prullenbakken. Wat later was het ook raak in de inmiddels beruchte wijk Langdonk in Roosendaal. Jongeren staken daar zwaar vuurwerk af. En het liep verder uit de hand. Er ontstond brand op basisschool De Gazellehoek en een busje werd in brand gestoken. Veertien verdachten zijn inmiddels opgepakt, de jongste is 15 jaar oud.
"Kijk, zij hebben wat in de fik gestoken, wat doen jullie?"
Werden de oproerkraaiers geïnspireerd of aangestoken door beelden van de ellende in Rotterdam? Socioloog Don Weenink antwoordt stellig: "Ja, dat kan zeker. Op social media kan makkelijk worden vergeleken: kijk, zij hebben wat in de fik gestoken, wat doen jullie?"
Hij vervolgt: "Er ontstaat een zeker gevoel als iets even vol in de aandacht staat, dat zag je ook bij de avondklokrellen. Sommige mensen denken dan: nu moeten wij ons ook laten zien. Tot de politie te sterk aanwezig is, dan dooft het weer uit."
In Tilburg was er op social media eerst de oproep: kom protesteren tegen het vuurwerkverbod en 2G. Maar gaat zo'n rellerig samenzijn daar echt om, om die politieke boodschap? Weenink vindt het te makkelijk om te zeggen van niet. "Ook relschoppers kennen gevoelens van onvrede en frustraties. Ook zij kunnen politieke motieven hebben."
Dus ze willen niet alleen maar slopen en vuurwerk afsteken? "Dat willen sommigen ook."
"Jongeren lopen met best wat frustratie rond."
Roosendaal is de plek waar het dit weekend het meest uit de hand liep. Vorig jaar rond deze tijd, eind november, was het ook extreem onrustig in de wijk Langdonk. Wekenlang waren er vuurwerkrellen. Om dat dit jaar te voorkomen, werden eerder deze week hekken geplaatst. Die moeten het voor jongeren moeilijker maken zich snel in de wijk te verspreiden als de politie optreedt.
De rellen van zondagavond zouden deels een antwoord kunnen zijn op die actie: "Laten we eens kijken wie de slimste is, zouden de jongeren kunnen denken."
Maar ook het verlangen naar een bepaalde ervaring speelt mee. "Sommige jongeren lopen met best wat frustratie rond. Niet alleen door corona. Het kan ook gaan om onvrede over je opleiding, jezelf niet gehoord of gezien voelen, of het idee dat alles over je hoofd heen wordt beslist."
"Zo'n avond vol rellen is een hele intense ervaring."
Hij vervolgt: "Zo'n avond vol rellen heeft een spectaculaire belofte in zich. Het is een hele intense ervaring. Een sterk gevoel van saamhorigheid en het gevoel van: nu is de stad van ons, nu zijn wij de baas." Tot ze overduidelijk niet meer over de straten kunnen heersen, omdat er massaal politie wordt ingezet.
Burgemeester Han van Midden benadrukt maandag dat het weliswaar een onrustige avond was, maar dat de politie veel erger heeft voorkomen. Want de jongeren zouden veel meer kwaad in de zin hebben gehad. "We hebben er bovenop gezeten. Ze waren verrast over de hoeveelheid politie die rondliep door de wijk."
Als die schrik groot genoeg is geweest, is het moment en daarmee de onrust waar socioloog Weenink over spreekt, wellicht weer even voorbij.