Zo steel jij zondag de show met een perfect sinterklaasgedicht
Er is geen geheim
Goed, we zetten direct een streep door dat geheim. Want, dat is er eigenlijk niet, zegt Frank. "Veel mensen hikken ertegenaan omdat ze er te moeilijk over denken. Je moet gewoon beginnen. Stop met staren naar dat lege velletje papier, en schrijf op wat in je opkomt."
Het hoeft volgens Frank ook helemaal geen literair hoogstandje te zijn. "Leg de lat niet te hoog." Maak je zinnen even lang en laat elke keer twee zinnen op elkaar rijmen. "En als je het indrukwekkender wil laten lijken, dan laat je de vierde zin op de tweede zin rijmen."
Bijvoorbeeld:
“Sinterklaas dacht gisterenavond.
Ach kijk, ik weet wel wat ik zoek.
Want Jan die houdt van lezen.
Dus krijg hij een…. “
Juist. Een boek dus.
Oh wat een ellende, Sint trok een onbekende
Je zult altijd zien. Jij trekt natuurlijk het lootje van de nieuwe vriendin van de broer van je beste vriend. En je weet precies niets over haar. Wat doe je dan?
"Dan zou ik een soort waarschuwend gedicht maken", is de wijze raad. "Want de Sint kent die nieuwe vriendin misschien niet, maar de familie waar dat meisje in terechtkomt wel."
"Je vertelt natuurlijk niet alles. Want je wilt het prille geluk niet verstoren. Maar zonder allerlei dingen te onthullen kun je haar nieuwe schoonfamilie prima op de hak nemen."
Nee, nog korter
Lang is niet altijd fijn. Het gaat om kwaliteit, niet kwantiteit. Want als eindelijk na al die afgezaagde teksten jouw parel wordt voorgelezen, wil je natuurlijk wel dat er aandacht voor is.
“Er wordt wel eens gedacht dat een gedicht van honderden regels leuker is dan tien regels”, legt Frank uit. “Maar op een gegeven moment verslapt de aandacht. Tien of twaalf regels is goed.”
Er mag best gelachen worden
Tenzij de persoon waar je je gedicht aan richt altijd heel lang van stof is, dan laat je je tekst eindeloos doorgaan. Een sintgedicht mag namelijk best wat prikkelen en kleine steekjes onder water bevatten, vindt Frank.
“Ga dus gerust in op het feit dat je zus altijd te laat is, of voor de honderdste keer iets gebroken heeft."
Doe dit nou alsjeblieft niet
Dat prikkelen waar we het net over hadden, moet niet schuren worden. "Het moet niet ongemakkelijk worden", zegt onze raadgever. "Grote problemen zijn echt een no go. Als iemand net een dramatische scheiding achter de rug heeft. Ga daar dan niet op in in je gedicht. Tenzij iemand al voor de zesde keer is gescheiden natuurlijk, dan mag je daar de draak mee steken."
En misschien overbodig maar we willen het toch even kwijt: ‘Sint zat eens te denken….’ Nee. Gewoon niet doen.