Oosterhout trekt onderscheiding van oud-SS'er in
Van Roosbroeck werd in 1946 bij verstek door een Belgische rechtbank ter dood veroordeeld. Hij zat tot 1954 ondergedoken in Brabant en werd daarna stateloos burger. Als historicus werd hij een prominent burger van Oosterhout.
'In het verleden niet op de hoogte'
Als wethouder van onderwijs besloot Van Roosbroeck in 1942 openbare scholen voor Joodse leerlingen te sluiten en die samen te brengen op speciale scholen. Daardoor verkreeg de bezetter de persoonsgegevens van Antwerpse Joden en konden ze gedeporteerd worden.
De zaak werd onder de aandacht gebracht door Jacob Jonker uit Oosterhout. Hij kreeg steun van Ronny Naftaniel, voorzitter van het Centraal Joods Overleg (CJO) en journalist Hans Knoop van het Belgische Forum der Joodse Organisaties (FJO).
Volgens burgemeester Mark Buijs was Oosterhout in het verleden niet op de hoogte van de antecedenten van Van Roosbroeck. Een eerder verzoek van Jonker om de onderscheiding postuum in te trekken werd door een voorganger van Buijs op formele gronden geweigerd.
Pas nadat zowel het CJO als het FJO zich achter Jonker opstelden, besloten de gemeenteraad en het college van B en W Van Roosbroeck uit het register van ontvangers van de gouden erespeld te schrappen.