Pater Poels (93) overleden: hij bezorgde stiekem brood bij arme Tilburgers
Vanaf 1990 stapte Pater Poels iedere nacht om twee uur op de fiets om brood rond te brengen dat hij een dag eerder had opgehaald bij Tilburgse bakkers. 365 Dagen per jaar fietste hij gemiddeld dertig kilometer door de stad, zijn fietstassen volgeladen met overgebleven brood. Dat liet hij vaak achter in een tas aan de deurklink, zodat zijn hulp ongezien bleef. “Mensen schamen zich vaak voor hun armoede”, wist hij. Daarom ging hij 's nachts op pad.
Huize Poels
Hoewel hij in de volksmond Pater Poels bleef heten was hij in 1990 al heel lang geen priester meer. In 1969 had hij zijn ambt verlaten omdat de kerk volgens hem nauwelijks nog aandacht had voor de noden van mensen. In datzelfde jaar trouwde hij met de eveneens uitgetreden zuster Angelique van den Heuvel.
Ze hadden elkaar leren kennen bij de Tilburgse hulpcentrale, die ze samen met enkele andere gelijkgestemden hadden opgezet. Het eerste opvanghuis voor dak- en thuislozen in Tilburg dat daaruit voortkwam kreeg de naam ‘Huize Poels’, maar zou later overgaan in Traverse.
Voor Gerrit Poels was dat, twintig jaar na de oprichting, een moment om zich terug te trekken. Met de professionalisering en de regelgeving in de hulpverlening had hij weinig op. Hij deed wat hij in de praktijk geleerd had en wat nodig was. "Ik rommel maar wat aan", zei hij zelf daarover. Drie opvanghuizen zouden er komen, maar ook een werkgelegenheidsproject, een kringloopwinkel en een sociaal eethuis: De Pollepel.
Pleegkinderen
Thuis bracht hij samen met zijn vrouw zes pleegkinderen groot en huisvestte mensen die beschadigd of psychotisch waren. “Ik oordeel niet”, zei hij vaak. Om er meteen aan toe te voegen: "Ik los ook niets op." Luisteren deed hij wel. Hij begreep dat sommige mensen zonder hulp nooit overeind zouden kunnen blijven. En hij besefte hoe belangrijk het was om gezien te worden. "Er zijn mensen bij die genadeloos zijn overgeleverd aan wie ze zijn", zei hij in een interview. Zijn kernwoord was 'troost'.
In 2017 droeg Gerrit Poels zijn werk grotendeels over aan zijn dochter Hülya. Hij was toen 88. Zestig fietsen had hij versleten met zijn werk als broodpater. Duizenden mensen had hij ermee geholpen. En toch werd dit zijn bekendste uitspraak: “Ik ben geen hulpverlener, ik help.”
Gerrit Poels kreeg in 2017 de gouden legpenning, de hoogste gemeentelijke onderscheiding in Tilburg. Eerder had hij al een Gouden Speld gekregen en een tegel op de Walk of Fame. Hij was Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 2001 riep de KRO hem uit tot Nederlandse held.
Afscheid
Het publiek kan afscheid nemen van Pater Poels. Op een later moment wordt bekendgemaakt waar en wanneer het afscheidsmoment is, laat een woordvoerder namens de familie weten.
LEES OOK: Dochter is trots op Pater Poels: 'Een lieve papa die er voor iedereen was'