Corso's Zundert en Valkenswaard nog bijzonderder: immaterieel erfgoed
Geen Sri Lanka en zelfs geen reisje naar Parijs voor het bestuur van de Corsokoepel. De vergadering waarin de corsocultuur op de Unesco-lijst voor immaterieel erfgoed werd geplaatst was zoals zoveel in deze tijd op afstand. Paul Bastiaansen heeft de wereldwijde vergadering vanuit dat vakantiehuisje toegesproken.
Een aantal weken geleden dacht het bestuur nog dat drie leden naar Parijs konden. Dat was al een alternatieve locatie, origineel zouden ze naar Sri Lanka reizen. Uiteindelijk werd het een vakantiehuisje. "Maar nu zitten we wel gewoon met zijn zessen bij elkaar."
Na het besluit dat de corsocultuur in Nederland immaterieel erfgoed werd en minister Van Engelshoven het woord had gevoerd, kwam voor Paul het grote moment. Hij kreeg het woord. "Ik vond het spannend om de vergadering toe te spreken."
Corsobouwer
"Ik ben in de eerste plaats corsobouwer. Ik heb ze verteld wat ik zie als we in de tent staan te bouwen. Dat het bouwen een brug slaat tussen verschillende mensen. Dat is heel waardevol."
De digitale bijeenkomst was een kers op de taart voor Paul, die meer dan tien jaar bezig is de Nederlandse corsocultuur op deze lijst van Unesco te krijgen. "Ik heb het opgezocht, de eerste mail hierover was begin 2010. We konden van tevoren niet weten of het zou lukken."
Het bijschrijven van de corsocultuur zal volgens de Corsokoepel bijvoorbeeld helpen bij het toekennen van subsidies. Daarnaast zal de corsogemeenschap zich bewuster worden van hoe waardevol het corso is. Het zal ook voor meer zichtbaarheid zorgen bij het nationale en internationale publiek.
Hier kan je de corsocultuur in Nederland in actie zien, natuurlijk in Zundert: