Je dierbare doodmaken
Moord en doodslag. Het zijn de ergste zaken waar je als journalist mee te maken krijgt. Iemand vermoorden is onomkeerbaar en onherstelbaar. Dat zijn woorden die een rechter altijd gebruikt in een proces tegen iemand die een ander om het leven heeft gebracht. En terecht. Je kan het niet meer terugdraaien, je kan iemand niet weer levend maken. Ik snap heel goed dat nabestaanden zeggen dat zij levenslang hebben omdat ze maar moeten leren leven met het gemis.
Hoe moeilijk die verhalen ook zijn, je kunt er ook op een andere manier naar kijken. Dan kom je bij de cijfers uit. Zeker zo aan het einde van het jaar maken we als (misdaad)journalisten de balans op. Met overzichten, van bijvoorbeeld hoeveel mensen er dit jaar door geweld om het leven kwamen.
Als je deze lijstjes ziet maken ze indruk. Jaarlijks zijn er zo gemiddeld 110 tot 120 doden door geweld in Nederland. In Brabant blijft het aantal onder de 20, soms zelfs onder de 15.
Dat was ooit anders.
Hoe anders is lastig te zeggen. Want cijfers van vroeger zijn er nauwelijks. Sinds 1992 wordt er nauwkeurig geteld in ons land. Wetenschappers in onder meer Leiden en collega's van Elsevier houden het sinds jaar en dag bij.
"Daders en slachtoffers waren veelal jonge mannen die elkaar niet kenden."
Ik las wat onderzoeken en maak daaruit op dat we van ver komen. Het aantal moorden is vanaf de middeleeuwen gaan dalen. In een groot deel van Europa was het in de jaren 50 op zijn laagst. Maar vanaf de late jaren 60 nam het weer toe. In ons land merkten vooral Amsterdam, Rotterdam en Den Haag dat. Daders en slachtoffers waren veelal jonge mannen die elkaar niet kenden, elkaar tegenkwamen op publieke plekken (straat, kroeg, disco) en geweld gebruikten met fatale gevolgen. Dat zie je in grote lijnen bij de moordzaken die bekend zijn uit onderzoek.
Toen ik in de journalistiek begon was het aantal moorden hoger dan nu. Er waren jaren dat er in Brabant meer dan 35 mensen door geweld omkwamen. Een viervoudige moord, een drievoudige afrekening. Ellendige gebeurtenissen die me nog allemaal bij staan omdat ik de plaats delict bezocht. Bij ons piekte het zo rond de eeuwwisseling. Landelijk was dat wat eerder. 1995 was het ‘recordjaar’ toen het aantal doden op ongeveer 270 lag. Vanaf 2004 bleef het aantal onder de 200 en nu schommelt het al een paar jaar rond de 110. Ook nu komen we van ver.
Het interessante is dat in die 25 jaar tijd de bevolking van Nederland toenam met meer dan 1 miljoen mensen. Nog meer mensen dus die met elkaar kunnen vechten tot het verkeerd afloopt. Maar dat gebeurt dus niet.
Onder politie en wetenschappers die er mee te maken hebben is veel discussie. Hoe kan het dat het aantal moordslachtoffers al jaren daalt. Zijn we minder gewelddadig?
"En dat liep dan verkeerd af."
Om daar een antwoord op te vinden kijken onderzoekers naar de oorzaken van de stijging. Een halve eeuw geleden gingen we meer drank en drugs gebruiken en vaker met vuurwapens en messen rondlopen. Vreemden kwamen elkaar tegen, kregen ruzie, over drugs bijvoorbeeld. En dat liep dan verkeerd af.
Pakweg twintig jaar geleden was de piek bereikt en kwam de omslag. Vanaf toen zag je de cijfers langzaam dalen. Maar ja, hoe kon dat dan weer? Ik lees talloze verklaringen. De medische wetenschap was verbeterd zodat er meer levens gered konden worden. We werden gevoeliger voor gewelddadig gedrag, denk aan de massale reacties met stille tochten die ineens overal opdoken eind jaren 90. We hebben meer zelfbeheersing. Agressie leven we uit in sportscholen, hoor je ook wel eens.
En waar deskundigen ook op wijzen: de straffen in ons land zijn langer geworden. 25 jaar geleden kreeg je bij wijze van spreken 7 jaar voor doodslag. Dat is nu al gauw 10 jaar of meer. Ook tbs-behandeling voorkomt erger. Iemand die opgesloten is kan een ander niks aandoen, zo simpel is het.
"Of is dat te simpel?"
Het is dus een samenspel van factoren zoals dat heet. Ik vraag me altijd af: zou er nog meer zijn veranderd in ons gedrag wat die geweldsafname kan verklaren? De laatste decennia zijn we bijvoorbeeld huiselijker geworden. Ik heb het niet over de coronalockdowns. We zitten al langer meer voor de beeldschermen naar Netflix en Videoland te kijken. We gamen ook wat af. Wie virtueel zombies kapot schiet heeft geen zin om in het echt iemand wat aan te doen of is dat te simpel? Is het omdat we meer op onszelf zijn en we niemand in het echt tegenkomen met wie we kunnen knokken? Wie zal het zeggen.
Nou is het leven geen laboratorium. Je weet niet hoe iemand zich anders had gedragen als er géén games en computers waren. Je kunt moeilijk aan iemand vragen: waarom heb je hem toch maar niet vermoord want het had wel gekund.
Een andere interessante verklaring voor de daling van de moordcijfers is de vergrijzing, die hoor ik ook wel eens. Er zijn naar verhouding steeds meer ouderen en die steken en schieten minder gauw erop los. Daar zit wat in. Ik zie nauwelijks moordende 60-plussers. Daders én slachtoffers zijn altijd best jong.
Als je naar de moordzaken van 2021 kijkt dan valt iets anders op. Ze speelden zich af binnen relaties. In de meeste zaken kenden dader en slachtoffer elkaar. Partners, exen, moeder, zoon, kind.
"Het is schokkend hoe mensen compleet kunnen doorslaan."
Mensen die in een vlaag van verstandsverbijstering de geliefde wat aandoen. Door opgekropte woede over een vastgelopen relatie, die van ruzie naar ruzie gaat. Dingen gaan onder je huid zitten tot er iets knapt, hoor je dan achteraf. Het is schokkend hoe mensen compleet kunnen doorslaan en gaan steken, schieten of wurgen. Juist diegene die ze ooit liefhadden pijn doen.
Die relatiemoorden lijken hardnekkig. Ze vormen de grootste categorie in alle cijfers. Wat zou het toch mooi zijn als ook die geweldsdoden te voorkomen zijn. Want iemand vermoorden is onomkeerbaar en onherstelbaar.