Het geheim van dit mysterieuze beestje, Stuifm@il legt het uit
Salamander
Op de bovenstaande foto van Iris Koreman zie je een mooi, langgerekt diertje met een flinke staart. Ze kon hem zelf niet gelijk thuisbrengen, maar het is een salamander. Dit dier zie je vooral in poelen en plassen of in vochtige omstandigheden. Na de winterslaap trekken salamanders naar hun voortplantingswateren. Daar vindt de paring plaats en de eieren worden afgezet in die plas. De salamanders hebben een gladde huid en geen schubben, in tegenstelling tot hagedissen. Bijzonder is dat salamanders ook door de huid ademen.
De mandarijneend
We beginnen met de foto hierboven. Je ziet een kleurrijke eend, die Patriz van Linden-Potters mij mailde. Het gaat om een mandarijneend, die oorspronkelijk in Oost-Azië voorkomt. Daar is 'ie ontsnapt uit verschillende parken, waardoor we sinds de twintigste eeuw het beestje ook in Nederland kunnen bewonderen. Je kunt ze vaak vinden in boomholtes, vaak dicht in de buurt van een rivier of een poeltje.
Je kunt de mannetjes van dit dier herkennen aan hun oranje bakkebaarden, met een prachtig verendek dat boven hun achterlijfje uitsteekt. Ze hebben een paarse borst en oranjebruine flanken. De vrouwtjes zijn minder mooi gekleurd, en hebben een grijsbruin verenpak. Ze hebben gevlekte flanken en een kleine wenkbrauwstreep.
Welke paddenstoel zit er op de stam van de dode boom
Op de boom ziet Anny Meijer diverse kleine hoeden van een zwam. Maar welke zwam? Ik durf het niet helemaal met zekerheid te zeggen, omdat ik het op de foto niet goed genoeg kan zien, maar ik denk dat dit de paarse korstzwam is. Een zwam die veel weg heeft van elfenbankjes, maar de korstzwam heeft een dikkere, witte rand. De rest van de hoed heeft een paarse kleur, alleen is die hier niet op de foto te zien. De korstzwam is een parasitaire zwam en wordt gebruikt bij het bestrijden van de Amerikaanse vogelkers. Op afgezaagde stobben worden dan de sporen van de schimmel gesmeerd. Zodra de schimmel de wortels van de stobben bereikt, gaat de boom dood.
Weinig paddenstoelen in het najaar
Jos Koniuszek meldt dat hij het opvallend vindt dat er zo weinig paddenstoelen te zien waren afgelopen jaar en hij vraagt zich af hoe dat komt. De oorzaak lag vooral in het feit dat na juni er heel weinig regenval was. Daarnaast droogde de bodem heel snel uit vanwege de heel warme temperaturen in de zomer. Niet ideaal dus voor veel paddenstoelen. Toch waren op het eind van de zomer wel weer wat meer paddenstoelen te zien, maar niet veel verschillende soorten. Ook de herfst bood vanwege de lage temperaturen niet veel kansen aan de paddenstoel. Vooral de droge periodes waren funest voor het diverse soorten.
Een troef in het bos
Op de foto hierboven is een berkenzwam te zien op een mooie, witte berk. Berkenzwammen hadden in het verleden een andere naam: berkendoders. Berkenzwammen leven vooral op dood berkenhout, maar ze kunnen ook voorkomen op levende, maar dan wel verzwakte berkenbomen. We noemen zo’n soort zwam een zwakteparasiet. De zwamdraden in de boom breken de cellulose in de boom af. Hierdoor valt de berkenboom in bruine blokken uit elkaar. Vroeger werd de berkenzwam gebruikt om thee van te zetten, die thee zou dan helpen tegen buikpijn. Daarnaast werden berkenzwammen in het verleden ook geoogst en werden ze gebruikt als vloeikussen of om scheermessen mee te slijpen.
De roffel van de Kleine bonte specht
De kleine bonte specht laat rond april en mei zijn roffel goed horen. De rest van het jaar is hij stil, dus is de kleine bonte specht het best te vinden tijdens de broedtijd. Op een van de scènes die Jozef van der Heijden filmde van het uithakken van hun nestholte was de roffel goed te zien en te horen. De roep van de kleine bonte specht is een snel herhaald kie-kie-kie. De roffel is ook speciaal. Deze klinkt zacht en hoog (afhankelijk van het materiaal waarop hij roffelt kan dit variëren). Het bijzondere is dat de roffel niet afneemt in snelheid of in hoogte van het geluid. Bij de grote bonte specht daalt de snelheid aan het eind van elke roffel en wordt het geluid iets lager. Op de opname kun je zien en horen dat de kleine bonte specht steeds hetzelfde roffelt.
Welke diertjes zwommen in het oude soldatenzwembad in de Loonse en Drunense Duinen?
Op de bovenstaande foto van Arno Coomans zie je twee wezens in het water van het oude soldatenzwembad. Arno denkt dat het salamanders zijn. Naar mijn idee heeft hij gelijk. Hij dacht ook even aan hagedissen, maar die leven niet in het water, dat zijn echte landdieren. Salamanders daarentegen zijn echte waterdieren. Ze komen ook uit het ei in het water en later verandert de larve eveneens in het water op weg naar een volwassen stadium. Salamanders kom je dan ook enkel tegen op vochtige plekken. Ze hebben geen schubbenhuid - die hagedissen wel hebben - en zijn dus zeer gevoelig voor uitdroging. Dit heeft ook met hun ademhaling te maken. Het grootste deel van de salamanders ademt via de huid, die hierdoor altijd vochtig moet blijven.
Moeder en dochter pauw in de serre
Dit keer geen vraag, maar een prachtig bericht uit Kruisland. Twan Schijvenaars stuurde mij een mooie foto van moeder en dochter pauw, die de serre bezochten van zijn dochter die net over de grens bij Reusel woont. Beide pauwen waren daar in België al in verschillende tuinen waargenomen, maar op een dag stapten deze pauwen de drempel over en lieten ze zich goed zien aan de bewoners. Zoiets noem je dan 'natuur dichtbij'. Hoe mooi is dat.
Natuurtip; zes keer de mooiste vestingsteden van Noord-Brabant
Stadswallen, grachten, een stadspoort, smalle straatjes en historische panden met de meest prachtige gevels;. dat zijn kenmerken van vestingsteden. Gebouwd in de middeleeuwen om de stad te beschermen tegen plunderende legers en rondtrekkende roversbenden. In Noord-Brabant loopt een lint van vestingsteden van west naar oost: de Zuiderwaterlinie. De ene vesting nog mooier dan de andere. We zetten hier de zes mooiste vestingsteden voor je op een rij.
1. Willemstad
2. Geertruidenberg
3. Heusden
4. Ravenstein
5. Grave
6. Woudrichem