Dongen heeft financiën niet op orde, maar wethouder ziet lichtpuntjes
In heel Nederland zijn er aan acht gemeenten onvoldoendes uitgedeeld. De studie is verricht over het coronajaar 2020. De medewerkers van het bureau kijken naar zaken als grondexploitatie en schuldenlast.
'Dongen gemeente voor het onderwijs'
Vooral op het laatste gebied, schuldenlast dus, kampt Dongen met een structureel probleem. Wethouder Jansen: "We zijn nooit een rijke gemeente geweest, maar al blijf je met schulden zitten, je moet als gemeente ook willen investeren. En dat hebben we gedaan in vooral de scholen."
Hij vervolgt: "Dongen staat sinds jaar en dag bekend als een gemeente die goed onderwijs belangrijk vindt. Maar we hebben ook geld gestoken in sport en in het centrum. Hierover hebben we een pittige discussie gevoerd met de gemeenteraad, want hoever wil je gaan, hoe hoog mogen schulden blijven. Bovendien wil je wat reserves hebben en zwarte cijfers schrijven. Het is niet voor niets dat de provincie onze begroting al een paar op rij goedkeurt, al hebben we inderdaad weinig vet op de botten."
Jansen is niet bang dat hij en zijn Volkspartij Dongen tijdens de komende gemeenteraadsverkiezingen worden afgerekend op het financieel beleid. "Voor mij is er eigenlijk geen nieuws onder de zon. Bovendien hebben we besloten om de lasten van de burger niet verder te verhogen", aldus de wethouder.
Of samengaan met een andere gemeente meer soelaas, meer investeringsruimte zou bieden? Jansen ziet hier geen heil in. "Die gemeenten kennen vergelijkbare problemen en wij, in ieder geval mijn partij, willen gewoon dat Dongen zelfstandig blijft."
Volgend jaar een zesje?
Hoe dan ook: Dongen is de slechtst scorende gemeente van ons land in de categorie gemeente met 25.000 tot 50.000 inwoners. Reden voor een 5, een onvoldoende dus. Jansen belooft beterschap, maar veel hoger dan een 6 zal het cijfer over 2021 niet uitvallen, verwacht hij.
Alle Nederlandse gemeenten samen stonden in 2020 4,6 miljard euro in de plus, terwijl zij een jaar eerder nog 747 miljoen euro in de min stonden, zo blijkt uit het jaarlijkse onderzoek dat inzicht geeft in de financiële positie van de gemeentes. Dït positieve resultaat is vooral het gevolg van eenmalige voordelen, zoals de verkoop van Eneco-aandelen door 44 gemeenten (niet in Brabant) en de coronasteun van de overheid. De onderlinge verschillen per gemeente zijn echter enorm.
Middenmoot
Verschillende gemeenten in Brabant vallen qua prestaties in de middenmoot. Zo krijgen Breda en Zundert van de accountants een 6, Meijerijstad een 7 en Vught, Haaren en Roosendaal een 8. Onder meer Eindhoven, Bernheze, Steenbergen en Laarbeek hebben de financiën bijna perfect op orde: zij krijgen een negen.
Uitmuntend
Tilburg, Moerdijk, Baarle-Nassau, Oosterhout, Sint Anthonis, Son en Breugel, Rucphen en Den Bosch mogen de taart aansnijden. Zij krijgen een 10.
Het is niet de eerste keer dat Tilburg een 10 krijgt. De goede financiële positie is onder meer te danken aan de verkoop van de Essent-aandelen in 2009, wat een buffer van 400 miljoen euro opleverde. De gemeente kan daardoor andere stijgende uitgaven, bijvoorbeeld voor de jeugdzorg, beter opvangen. Tekorten op de begroting worden uit de reserves betaald.