Kleine bloemkooltjes op een boom, Frans Kapteijns weet wat dit precies is
Er zit iets op de boom, het lijkt op kleine bloemkooltjes
Op de foto die G. Reijersen mij stuurde, zie je een flinke witte substantie op de schors van een boom. Hij meldde mij dat het eruit ziet als kleine bloemkooltjes. We hebben hier te maken met een myxomyceet, ook wel slijmzwam genoemd. De naam is zwartreuzenkussen.
Myxomyceten behoren niet tot het rijk van de zwammen of schimmels, maar vormen een apart rijk. Het zwartreuzenkussen is in eerste instantie geheel wit, maar wordt op den duur, vlak voor het rijp zijn, helemaal zwart. Zwartreuzenkussen voedt zich voornamelijk met micro-organismen. Slijmzwammen zijn zeker geen zwammen, want die verplaatsen zich niet en dit doen slijmzwammen wel. Dit is ook heel mooi te zien op de foto van G. Reijersen, want het zwartreuzenkussen is naar boven gekropen op de schors. Het restant hangt vervolgens als een doorzichtig weefsel nog op de schors.
Zit er op deze berkenboom een tonderzwam of een berkenzwam?
Auke van Veen stuurde mij een foto van een zwam op een berkenboom. Ze vroeg zich af of dit een berkenzwam is of toch een tonderzwam. Op zich is dit geen gekke vraag, want zowel de tonderzwam als de berkenzwam kan op een berkenboom voorkomen. In dit geval is het een berkenzwam, want de hoed is bruin gekleurd en de rand enigszins gelobd. Echte tonderzwammen zijn grijs, hebben duidelijke lijnen op de hoed en een rechte rand. Berkenzwammen leven vooral op dood berkenhout, maar ze kunnen ook voorkomen op levende - maar dan wel verzwakte - berkenbomen. We noemen zo’n soort zwam een zwakteparasiet. De zwamdraden in de boom breken de cellulose in de boom af. Hierdoor valt de berkenboom in bruine blokken uit elkaar.
Wat zit er op dit stuk hout in het Pagnevaartbos in Halderberge?
Henk Schell kwam in het Pagnevaartbos in Halderberge op een dood stuk hout in mooie vormen een zwarte substantie tegen. Hij vroeg zich af wat het zou kunnen zijn. Wat Henk gezien heeft, is een restant van een zwamvlok, ook mycelium genoemd. In dit geval is de zwamvlok, gevormd door de zwamdraden, ontstaan onder de schors van de boom. De boom kan dus al dood zijn geweest. Dan is de zwamvlok een saprofyten zwam geweest. De boom kan ook gedood zijn door de zwam. Dan is de zwamvlok met zwamdraden een parasitaire zwam geweest. Als er nog een hoed van de zwam aanwezig zou zijn geweest, had ik kunnen bepalen welke zwam het was.
Een vogel met een vreemde kuif
Herman Poels stuurde mij een foto van een vogel met een kuif. Hij vroeg zich af met welke vogel hij van doen had. Zelf dacht hij aan een mus, maar die kuif vindt hij zo vreemd. Herman heeft het helemaal goed, de vogel op de foto is een huismus. Maar wel eentje met een kuif. Zo’n kuif kan ontstaan zijn door een gevecht of wellicht heeft zijn verenpak een misser en is een veer vreemd gegroeid. Het kan ook zijn dat deze huismus zijn hoofd gestoten heeft in een dichte haag - want daar zitten de mussen veelal in - en dat een veer in die kuifvorm is blijven staan.
Van wie zijn deze plukjes haar?
Op de foto van Frans van Asten hierboven zie je in het groene gras een paar plukjes haar. Hij vraagt zich af van wie de haren zijn. Zelf denkt hij aan een haas. Wat je op de foto heel goed kunt zien, is dat de haren die het dichtst bij het lichaam van het dier zaten grijs zijn, met aan de buitenkant bruine punten. We hebben hier te maken met de haren van de wintervacht van een ree. De haren van een wintervacht zijn ook iets dikker dan die van de zomervacht. Reeën wisselen in het voorjaar van vachtharen en dan kun je op plekken waar ze gelegen hebben soms best veel plukken vinden.
Reeën op de Neterselse Heide
Jozef van der Heijden filmde in 2019 reeën, die op de Neterselse Heide verblijven. De ree (capreolus capreolus) is een kleine, algemene soort hert dat voornamelijk in Europa voorkomt. De ree heeft een zandgele tot roodbruine zomervacht. Volwassen dieren hebben geen vlekken, de jonge kalfjes wel. De ree heeft een kop-romplengte van 95 tot 140 centimeter, een lichaamsgewicht van zestien tot 35 kilogram en een schofthoogte tussen de zestig en de negentig centimeter. Mannetjes zijn in het algemeen groter dan vrouwtjes. Mannetjes hebben gemiddeld een schofthoogte van 64 tot 67 centimeter, vrouwtjes van 63 tot 67 centimeter.
De ree is geen grazer zoals een hert, maar een 'knabbelaar': hij eet bramen, bessen, twijgen, scheuten, knoppen en loten van struiken en bomen zoals rozenstruiken en coniferen, kruiden, grassen, bladeren, noten, paddenstoelen en landbouwgewassen zoals tulpen, granen en kropgewassen.
Vreemd spul op de dennenboom
Thea Engelen stuurde mij een foto van een dennenboom waar witte strepen op staan. Wat je heel goed hierop kunt zien, is dat de dennenboom heel erg beschadigd is. Vanwege die grote beschadiging is de den heel veel hars gaan afscheiden. In het algemeen lukt het dennenbomen door middel van deze hars beschadiging af te dekken en daardoor 'geneest' de boom. Het hars wat dennenbomen produceren kun je vergelijken met bijvoorbeeld de latexsappen die rubberbomen produceren. In dit geval is de beschadiging echter te groot en is de hars opgedroogd en wit uitgeslagen.
Natuur echt dichtbij huis
Ton van den Bersselaar stuurde mij geen vraag, maar wel iets ontzettend leuks. Hij meldde mij dat ze in hun tuin bezoek hebben gehad van jonge vosjes en egels. Heel bijzonder! Dan kun je met recht zeggen: de natuur is dichtbij. Ton heeft een mooie foto opgestuurd, maar hij heeft ook verschillende filmpjes gemaakt. Ton, stuur een van die filmpjes maar eens op. Dan kan ik die aan Stuifmail toevoegen!
Natuurtip: routes in Brabant van Visit Brabant
'Routes in Brabant' vormt hét startpunt voor de mooiste wandelroutes, fietstochten, ruitertochten, vaartochten en MTB-routes in het veelzijdige Brabantse landschap. Laat je inspireren op basis van tips en highlights. Of stel je eigen wandel- of fietsroute samen met de routeplanner via het knooppuntennetwerk. Meer informatie vind je op deze website.
Geniet op een veilige manier van de prachtige natuur in Brabant. Kijk voordat je op pad gaat op de Brabantse druktemeter om te zien waar het (te) druk is in de natuurgebieden. Natuurlijk vragen we iedereen om de coronamaatregelen te volgen.