Schoenmaker Jan kan geen opvolger vinden: 'Pijnlijk dat het bij mij stopt'
Het doet Jan wel wat, dat het ambacht langzaam uitsterft. "Mijn kinderen willen het niet overnemen. Ze vinden het wel een mooi ambacht, maar mijn zoon zegt: ge denkt toch niet dat ik zo hard ga werken als gij. In het begin was het wel van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Een ambacht is intensief. Je moet er verstand van hebben. Van je klanten, het materiaal, de schoenen en sleutels, want dat is er ook bij gekomen", aldus een trotse schoenmaker.
"Ik heb het frietmandje gerepareerd. Het kostte niks, het was té leuk om te doen."
Hij heeft mooie dingen meegemaakt in de 45 jaar dat hij in zijn zaak staat. "Er kwam een keer een vrouw bij me, helemaal overstuur. Ze was pas in de straat komen wonen en ze zou voor de kleinkinderen friet bakken. Maar met het schoonmaken van het frietmandje was iets losgegaan en ze kreeg het niet meer in elkaar gezet. Toen heb ik ernaar gekeken en na een kwartiertje kwam ze terug, toen had ik het gemaakt. Dat kostte niks, het was te leuk om te doen."
Over twintig jaar zou het ambacht uitgestorven kunnen zijn. Er zijn in Nederland zo'n 500 schoenmakers. Op dit moment zitten er maar 11 mensen op de opleiding, maar er zijn er 40 nodig om het aantal op peil te houden. "De vergrijzing slaat hard toe", bevestigt Jan. Saillant detail is dat het merendeel van de studenten vrouw is.
"We kunnen alles maken, maar de mensen weten het niet."
Misschien komt het door de type schoen, die op dit moment 'in' is, denkt Jan. "De mode zit niet mee. Je hebt nu het sneakers en mensen weten niet dat we die ook kunnen repareren. Hielvoeringen, inlegzolen, er kan ook een nieuwe zool onder. Dat kunnen we allemaal maken, maar mensen weten het niet."
"Er kwam hier een jongen met een schoen die was beschadigd. Ik zeg: 'Dan moet je hem ook poetsen. Hier is een potje schoensmeer. Dat smeer je erop, even laten intrekken en opwrijven. Kijkt hij me aan en zegt hij: wat kost het als jij dat doet? Vijf euro, zeg ik. Hier, dan doe jij het maar'."
Jan hoopt dat het helpt dat hij zijn verhaal doet. Misschien weet hij een zaadje in de hoofden van mensen te planten, zodat ze schoenmaker willen worden. Hij hoopt het, want als hij denkt aan het moment dat hij voor het laatst zijn winkel zal sluiten, wordt hij emotioneel. "De laatste keer is moeilijk, echt moeilijk. Het grijpt me aan. Ik hoop dat dit helpt."