Liesbeth bereidt haar tuin maximaal voor op de tuinvogeltelling
De Nationale Vogeltelling is het ‘moment suprême’ waarop het allemaal moet gebeuren, maar het hele jaar bereidt Liesbeth zich erop voor. Zo houdt ze ook op andere momenten in de gaten welke vogels in haar tuin op bezoek komen. “Omdat ik het leuk vind ga je steeds meer zien en herkennen. Het wordt ieder jaar steeds leuker”, legt ze uit.
“Het is toch een soort sport, je wilt er zoveel mogelijk zien.”
De timer wordt gezet en meteen focust het duo zich op de tuin. Twaalf mussen, twee merels en een bonte specht. Zomaar een greep uit de vogels die Liesbeth in haar tuin in Sprang-Capelle voorbij zag komen in een half uur.
“Je moet alle vogels van één soort tegelijkertijd tellen en niet na elkaar, anders heb je kans dat je vogels dubbel telt”, legt Liesbeth uit. Daarom is ze maar al te blij dat Dick net zo enthousiast is, zo kunnen ze met een extra paar ogen beter tellen. “Het is toch een soort sport, je wil er zoveel mogelijk zien”, glundert ze.
"Ik strooi al vaker eten, dan weten de vogels mijn tuin te vinden."
Het ene jaar telt ze meer dan het andere, maar over de algehele lijn groeit het aantal vogels in haar tuin. Daar doet ze dan ook hard haar best voor. “Ik maak mijn tuin vogelvriendelijk en strooi al vaker eten, dan weten de vogels mijn tuin te vinden.”
De Nationale Tuinvogeltelling organiseert de Vogelbescherming samen met Sovon Vogelonderzoek, een vereniging van vogeltellers. Wie mee telt mag in de eigen achtertuin ergens in het weekend een half uur tellen. Nog niet alle tellingen zijn binnen.
In Brabant zijn door ruim 15.000 man al meer dan 250.000 vogels geteld. De huismus, koolmees en pimpelmees werden het vaakst gezien.
LEES OOK: Parende slechtvalken in Vught live te zien: 'Mannetje is een vreemdganger'