Nu al eitjes in een nestkastje? Frans Kapteijns weet hoe het zit
Van wie zijn deze eitjes en zijn ze al van dit jaar?
Truus Verbakel stuurde mij een foto die ze maakte bij het schoonmaken van haar nestkastje. Op die foto zie je een nestje met daarin nog zes wittige eitjes met bruine vlekken. Deze eitjes zijn vermoedelijk van een koolmezenpaar. Truus' tweede vraag is of de eitjes van dit jaar zijn of van vorig jaar. Volgens mij zijn ze van vorig jaar, want de mezen moeten zo vroeg in het jaar nog beginnen met de nestbouw. Ze kan trouwens ook voelen of de eitjes warm zijn, maar ik vermoed dat ze koud zijn. Dit zal dus een laatste nest zijn van het koolmezenpaar, dat niet verder uitgebroed is. Een tip voor Truus en alle andere mensen die nestkastjes hebben: schoonmaken kun je ook beter in het najaar doen. Dan is het kastje op tijd schoon voor de vroege broeders onder de vogels.
Mooie vogel in de verte, maar wat is het?
Op de foto van Jeanne van Gils zie in de verte op een grasland een vrij grote vogel met wat zwart op de borst en bij de kop. Je ziet goed dat dit een gans is, in dit geval een brandgans. Oorspronkelijk waren brandganzen trekvogels, die ons land in de winter bezochten. Hun broedgebieden waren Noord-Rusland, Spitsbergen en Groenland. Tegenwoordig, en dat is al sinds 1984, zijn dit broedvogels geworden in ons land. Vermoedelijk zijn de 'wilde' vogels hier gaan broeden dankzij de uit parken ontsnapte 'gehouden' brandganzen. Inmiddels kennen we in Nederland zo’n 20.000 broedende brandganzen, die zich niet meer gedragen als trekvogels. Hun broedgebieden bevinden zich hier vooral in het westen en noorden van Nederland.
Het is pas begin februari en nu al een teek op mijn hand, hoe kan dat?
Op de foto van Thea Willems zie je een teek op haar hand. Die is er vermoedelijk opgekropen toen zij een foto maakte dichtbij de grond. Is het niet wat vroeg in het seizoen voor die teek, vraagt zij zich af. Als mensen tegenwoordig aan mij vragen wanneer de teken actief zijn in Nederland, geef ik het antwoord: heel het jaar. Voorheen kon je duidelijk aangeven van ongeveer april tot en met oktober, maar sinds de klimaatverandering een rol speelt zijn ze vaker te zien. Vooral de zachte winters zijn hier debet aan, dus is een teek op 5 februari niet meer vreemd. Vraag aan Thea: zou je dit ook willen melden aan Tekenradar? Dat zou heel fijn zijn!
Welke zwammen hangen aan deze boom?
Op de foto die Maurice Peters me stuurde, zie je op een berkenstam een paar oude berkenzwammen. Feitelijk hebben deze berkenzwammen als vruchtlichaam al hun werk gedaan, want de sporen zijn al uit het vruchtlichaam. Dan verschrompelen ze tot zachte restanten en verdwijnen daarna helemaal. In het begin zijn ze een stuk harder en hebben ze een mooie lichtbruine bovenzijde en zijn ze mooi wit van onderen.
Berkenzwammen leven vooral op dood berkenhout, maar ze kunnen ook voorkomen op levende - maar dan wel verzwakte - berkenbomen. We noemen zo’n soort zwam een zwakteparasiet. Op de onderste foto zie je een 'verse' berkenzwam.
Waarom dit jaar zoveel molshopen?
Petra Verheijen vraagt zich af waarom ze dit jaar meer verse molshopen ziet dan andere jaren. Volgens mij heeft dit te maken met de zachte winter die we nu kennen. Mollen maken molshopen als ze zich naar boven of beneden in de bodem verplaatsen. Dit doen ze omdat ze de regenwormen, hun hoofdvoedsel, volgen. Regenwormen voelen aan wanneer het kouder wordt en gaan dan dieper de bodem in en de mollen volgen hen dan. Wanneer de regenwormen voelen dat de temperatuur weer stijgt, gaan ze weer hoger de bodem in en doen de mollen dit ook. Bij al die graafwerkzaamheden van de mollen ontstaan deze molshopen. Feitelijk kun je dus zien aan de molshopen of het warmer of kouder wordt!
Drie jonge vosjes met egels
Afgelopen zomer heeft de familie van Ton van den Bersselaar jonge vosjes, egels en een das op bezoek gehad in hun achtertuin. Er zijn diverse filmpjes en foto’s hiervan gemaakt. Bij deze een filmpje van een moeder vos en haar vosjes met egels. Leuk om te zien dat dit heel goed samengaat.
Wie knaagt aan mijn boom?
Op de enigszins wazige foto van Frans Smolders zie toch heel duidelijk knaagsporen. Frans denkt dat dit knaagsporen zijn van een otter, maar dit doen otters niet. Otters horen bij de marterachtigen, dit zijn allemaal roofdieren. Op het menu van otters staan dan ook allerlei soorten vis zoals paling, snoek, baars, snoek, karper enzovoorts. Daarnaast lusten ze ook watervogels, amfibieën, diverse soorten ratten en rivierkreeften, maar geen bast. Bevers lusten dit wel en knagen zeker aan bomen. Ik denk dus dat aan de boom op de foto is geknaagd door een bever. In Brabant zie je op steeds meer plekken bevers verschijnen, dus ook bij de Liskes. Cijfers geven aan dat de afgelopen drie jaar het totaal aan bevers met zestig procent is toegenomen. In Brabant komen na Limburg de meeste bevers voor. Vooral de laatste drie jaar is het hard gegaan met de bever in Noord-Brabant.
Nog meer halsbandparkieten in Veldhoven
Vorige week besteedde in in Stuifmail aandacht aan Roland, die halsbandparkieten had gezien in Veldhoven. Hij vroeg zich af of er meer mensen daar zijn die deze vogels gezien hebben. Diezelfde dag kreeg ik al antwoord van Marjan Jonkers. Zij schreef: “We zien ze al jaren in Oerle. Daar een keer zes bij elkaar gezien. Ze rukken nu op richting het Meerhovenpark. Daar heb ik er maximaal vier bij elkaar gezien. Ook langs de Rundgraaf heb ik ze gezien. Meestal maar een of twee. In Genderbeemd, in het parkje bij de sporthal, heb ik ze gehoord en in de Genneperparken zit nu ook een koppel.”
Iemand anders appte: “In park Vogelzang in Veldhoven zitten al een paar jaar koppels halsbandparkieten.” Er zijn dus best veel halsbandparkieten in Veldhoven."
Natuurtip
In beekdal de Aa wordt een verhalenwandeling georganiseerd. Deelnemers gaan verhalen horen die zich midden in dit gebied hebben afgespeeld. Uiteraard geheel coronaproof. Allemaal unieke verhalen. Waar gebeurd en met een enorme impact op de Nederlandse samenleving.
Casper heeft in Heeswijk een inspiratiemuseum, waar hij ook zijn verhalen vertelt en rondleidingen geeft. “Omdat veel mensen vaak wandelen of alleen thuis zijn, leek het mij een goed idee om verhalenwandelingen te organiseren. Zo beleef je beekdal de Aa op een enorm leuke en interessante manier. Zo pak je op een gezellige manier een stukje lokale geschiedenis mee. En je gaat voor altijd anders naar dit landschap kijken.”
De vertelwandeling is geschikt voor iedereen vanaf 12 jaar. Meerdere personen kunnen deelnemen, maar wel uit de zelfde ‘bubbel’. Een vertelwandeling duurt ongeveer anderhalf uur. Alle dagen in de week en alle tijden overdag zijn mogelijk. De kosten voor deze wandeling bepaal je zelf achteraf. Vind je er niets aan, dan betaal je niets. Vind je het de moeite waard, dan kun je een bedrag naar keuze geven.
Voor meer informatie:
Website inspiratiemuseum
• Telefoon: 06-53 94 13 67
• Email: [email protected]