ASML reist minder door corona: 'Maar je wilt elkaar ook tegenkomen'
"Corona gaat niet meer weg. We moeten leren leven met dit virus." Met deze woorden opende minister Kuipers zijn eerste coronapersconferentie. Een gedachte die we steeds vaker horen. De beperkingen zijn opgeheven maar het virus is lang de wereld nog niet uit. Hoe leren we leven met corona? Twee jaar na de eerste Brabantse besmetting gaat Omroep Brabant op zoek naar antwoorden.
Nederland is een handelsland. Veel van onze welvaart danken we aan contacten met het buitenland. Maar hoe doe je dat als dat buitenland een bron van besmetting is?
Roel Verstegen, crisismanager van ASML, begint met relativeren. “In de landen waar wij zaken doen, zijn veel mensen gevaccineerd. China, Amerika, Zuid-Korea… Daar zie je wat dat betreft geen grote verschillen met Nederland. In Afrika en Latijns-Amerika is de vaccinatiegraad lager maar daar komen we niet.” Toch verwacht hij dat het aantal dienstreizen bij ASML in de toekomst met een derde zal afnemen.
"Het is veel sneller én goed voor onze ecologische voetafdruk."
ASML bouwt machines die chips maken. En dat doet het bedrijf goed. Vorig jaar was de omzet ruim 18,5 miljard. Het bedrijf verkocht toen meer dan 300 machines: hightech installaties met het formaat van een Londense dubbeldekker. Netto hield ASML daar bijna zes miljard aan over. In een wereld die verslaafd is aan chips – door corona misschien nog wel meer dan ooit – verwacht het bedrijf dit jaar een omzetstijging van 20 procent.
Het mag duidelijk zijn: voor zulke bedragen verwacht de klant service. De multinational heeft dan ook vakmensen gestationeerd in de buurt van de klanten. Niet voor elke storing hoeft er iemand vanuit Veldhoven op het vliegtuig te stappen. “Maar,” zegt Verstegen, “onze lokale mensen hebben natuurlijk niet altijd de specifieke expertise.”
In dat soort gevallen, en als er niet gereisd kan worden, gebruiken ze nu de HoLolens, een product van Microsoft waar ASML flink aan verbouwde. “Het supportcenter in Veldhoven kijkt via een virtualrealitybril mee met de technicus ter plekke, zo nodig projecteren ze een handleiding op de bril”, vertelt Verstegen. “We willen er ook mee verder. Het is veel sneller én beter voor het milieu.”
"Je kan niet alles met een schermpje oplossen."
Helemaal vanzelfsprekend dat de HoLolens zou gaan werken, was het niet. De ASML-medewerkers werken vaak in de cleanrooms van de klant. Verstegen: “Zeg maar het heiligdom waar alle bedrijfsgeheimen voor het oprapen liggen. We mogen daar nu naar binnen met zo’n apparaat dat feitelijk ook een camera is. Dat vraagt ook van de klant een aanpassing: vroeger mocht je naar zo’n cleanroom niets meenemen waar je foto’s of filmpjes mee kon maken. Dat het nu wel kan, betekent dat ze ons vertrouwen.”
Maar zonder reizen, zal het nooit lukken. “Je kan niet alles met een schermpje oplossen,” zegt Verstegen. Sommige reizen zijn belangrijk voor het voortbestaan van het bedrijf. Een klant die investeert in een chipmachine zal op een gegeven moment zijn zakenpartner willen ontmoeten en live in de ogen willen kijken, een chipmachine koop je niet online.
"Het ASML-gevoel is belangrijk."
ASML groeit, ook in de coronajaren kwamen er medewerkers bij. Het werk is relatief veilig. “We droegen al mondkapjes", zegt Verstegen lachend. In de cleanrooms waar aan de chipmachines wordt gewerkt, heeft een coronavirus weinig kans.
“Maar,” zegt Mols, “voor ons is het wel belangrijk dat we elkaar tegenkomen. Nieuwe ideeën komen door samen te praten en te overleggen in een stimulerende omgeving. Het ASML-gevoel is belangrijk. Veel werknemers komen van over de hele wereld naar Veldhoven. Als je familie ver weg zit, kan thuiswerken in Veldhoven of Eindhoven eenzaam zijn.”
"Dat je bij een bijenkorf hoort die groter is dan jezelf, dat is fantastisch."
Dus kreeg ASML een speciale app. “Voor collega’s die samen wilden wandelen of kerst wilden vieren. Er werden yogalessen aangeboden en ASML'ers vertelden dat ze een plekje over hadden aan de eettafel.”
Het werkte: de app blijft, maar het begint wel te kriebelen. “Een digitale kerstborrel blijft een treurig iets”, voegt Mols er aan toe. “Ik werk thuis maar ik wil heel graag weer naar onze campus, met veel te veel mensen samen in één lift. Dat gevoel dat je bij een bijenkorf hoort die groter is dan jezelf, dat is fantastisch.”