Onderkoelde Jochem (17) zat bijna zes uur vast in achtbaan Plopsaland
De hulpdiensten van onze zuiderburen sloegen zaterdag groot alarm toen karretjes van de populaire achtbaan The Ride to Happiness op grote hoogte tot stilstand kwamen. In de karretjes zaten negen mensen, onder wie de 17-jarige Jochem..
"Eerst was iedereen super enthousiast."
Uit zijn trackrecord van die dag blijkt wel dat hij een ware achtbaanfan is. Het was namelijk zijn tiende rit in de vorig jaar geopende attractie, waarin mensen worden gekatapulteerd en vijf keer over de kop gaan. Zijn vader vond het na één keer al welletjes. "Hij was er toen al klaar mee. Maar hij gunt me mijn plezier, dus liet hij me lekker mijn gang gaan", zegt Jochem. En dus stond pa Verzijl beneden te wachten, niet wetende dat hij zijn zoon pas zes uur later in de armen zou sluiten.
Na te zijn gelanceerd, stond de achtbaan op 30 meter hoogte plotseling stil. "Eerst was iedereen super enthousiast. Het was nog licht en het uitzicht over Plopsaland was heel mooi. Iedereen juichte", vertelt de Brabander. Maar dat lachen verging de inzittenden snel. Door de slagregens en naweeën van storm Eunice voelde het daarboven ijskoud aan. "Ik had dikke kleren aan, maar door de regen was ik helemaal doorweekt."
"Ik voelde me best eenzaam."
Terwijl het donker werd, waren de hulpdiensten massaal aanwezig bij de attractie. De brandweer had grote moeite de durfallen te bevrijden. Door de harde wind tolde het bakje van de hijskraan waar de reddingswerkers in zaten. Daar kreeg Jochem eerst niks van mee. Hij zat helemaal voorin en kon niet zien wat er onder hem gebeurde.
Naast hem zat niemand. Achter hem - in tegengestelde richting - zat wel een Duitse jongen, maar communiceren was lastig. "Het waaide zo hard, dat ik hem bijna niet kon verstaan. Ik voelde me best eenzaam."
"Ik had geen gevoel meer in mijn benen."
Na enkele uren hoorde Jochem de Duitser wel: 'De brandweer heeft net iemand gered!' Even later was ook de tiener aan de beurt.
"Ik kreeg een soort klim-harnas om en werd vastgeketend aan de kraan, terwijl ik nog in het karretje zat. Daarna hielpen ze me die kraan in. Dat was maar goed ook, want ik had geen gevoel meer in mijn benen."
Eenmaal beneden werd Jochem met dekens ingepakt: zijn lichaamstemperatuur was nog maar 33 graden. Aan het infuus bracht een ambulance Jochem en zijn vader naar het ziekenhuis.
"Het was heel bijzonder om mee te maken."
Nadat een arts zei dat het goed ging met de patiënt, mocht Jochem naar huis. Een dag later vertelt de jonge Brabander nuchter dat het goed met hem gaat. "Mijn vingers zijn nog wat stijf door de kou, maar dat is alles. Het was heel bijzonder om mee te maken."