Woningnood: 'Het rijk moet de gemeenten achter de vodden zitten'
Sievers is directeur van woningcorporatie Woonpartners uit Helmond. Met twaalf collega’s schreef hij een pamflet voor al die nieuwe lokale politici die bij de raadsverkiezingen op 16 maart gekozen gaan worden.
De corporaties uit de omgeving van Eindhoven willen tot 2026 zesduizend huizen bouwen, in nauwe samenwerking met de 21 gemeenten in hun werkgebied. “Het kán, als de gemeenten nauw met ons samenwerken. Wij zijn als woningcorporaties de ideale bondgenoot voor gemeenten."
Een huis voor de kinderen
Een huis voor hun kinderen. Dat is waar veel Brabanders zich zorgen over maken. Wonen staat hoog in de lijstjes met onderwerpen voor de raadsverkiezingen op 16 maart. Maar kunnen lokale politici zo'n taai probleem wel oplossen?
"Een noodsituatie", beschrijft de Eindhovense makelaar Debbie Mels de woningmarkt. Debbie is voorzitter van 170 NVM-makelaars in Zuidoost-Brabant. De gemeenten zijn volgens haar belangrijk bij het vinden van een oplossing, maar het rijk moet ze wel achter de vodden zitten. "De gemeenten hebben de tijd gehad, maar er is te weinig gebeurd."
In Nederland staan acht miljoen huizen. Omdat de bevolking groeit én omdat de huishoudens kleiner worden, zijn dat er niet genoeg. Naar schatting komt Nederland in 2024 ruim 300.000 huizen te kort. De huizenprijzen stijgen en vooral mensen met een kleine beurs vallen buiten de boot. "Voor een koophuis van vier ton, melden zich veertig kopers", zegt Mels. "Zo veel bezichtigingen krijg je niet meer ingepland. Dit is slecht voor iedereen."
De nieuwe minister van Volkshuisvesting Hugo de Jonge wil per jaar 100.000 woningen bouwen. Een flinke opgave; de afgelopen jaren kwam Nederland niet boven de 60.000. Brabant heeft 30.000 huizen te kort. De provincie wil per jaar tussen de 12.000 en de 14.000 huizen bouwen en is daarin de afgelopen jaren redelijk geslaagd.
Méér bouwen én sneller
Om zulke aantallen te halen, moet er meer worden gebouwd, maar ook sneller. Een aannemer kan in nauwelijks een jaar een nieuw huis neerzetten, maar door alle procedures die aan dat bouwen vooraf gaan, duurt het zes tot negen jaar voordat de bouw begint.
Daarom gaat Bas Sievers aan de slag met WoonST. Gestandaardiseerde woningen die voor het grootste deel in de fabriek worden gebouwd. Sievers: “Als een autofabrikant met een nieuw model komt, wordt dat één keer gekeurd door de Rijksdienst voor het Wegverkeer en dan mag je er overal mee rijden. WoonST-woningen moet hetzelfde werken. Dat kan een deel van de procedures al flink inkorten. We zijn met een project bezig en denken nu dat die woningen er in twee-en-een-half jaar kunnen staan. Dat is winst.”
Onzekerheid
Erik Leijten is directeur Zuid bij projectontwikkelaar BPD die per jaar duizend woningen bouwt in Brabant. “En mijn opdracht is om er 1500 van te maken”.
Hij betwijfelt of Brabant (en Nederland) de bouwdoelen in de komende jaren gaan halen. “Er is veel onzekerheid. Denk aan de stikstofcrisis en de regels voor met PFAS-vervuilde grond. Die onzekerheid zorgt voor lange procedures.”
“We zijn een land met veel regels. Het vergt ervaring om met al die regels om te gaan. Tussen 2008 en 2014 is door de financiële crisis veel van die kennis verdwenen. Er zijn toen veel vakmensen uit de bouw verdwenen maar ook veel mensen die kennis hadden van ingewikkelde bouwprocessen.”
Stroperig
“Het gaat stroperig,” zegt Bas Sievers. “In de financïële crisis is het hele proces stilgevallen. Het is een groot schip dat weer op gang moet komen.”
Erik Leijten: “Als we willen bouwen, moet er regie zijn. Er moet heel veel op elkaar worden afgestemd. We willen meer huizen, maar ook meer natuur, boeren hebben ideeën voor hun land, er is grond nodig voor windmolens en zonneparken en we moeten klimaatbestendige steden ontwikkelen. En tegelijk is alle grond al bezet. Dan moet iemand beslissingen durven nemen, leiderschap tonen! Als gemeenten het niet doen, moet het rijk bouwplaatsen aanwijzen”.
Mels zegt hetzelfde: "Het is geen woningcrisis meer, maar pure woningnood. De vrijblijvendheid moet er af. Dat we weer een minister voor Volkshuisvesting hebben is een goede eerste stap. Hij moet beleid gaan maken en een beetje dwang mag van mij wel."