Voor Cees Moerenhout is trompetspelen ook na 70 jaar nog een uitlaatklep
Dat hij op bijna negentigjarige leeftijd nog enthousiast trompet speelt, vindt hij zelf eigenlijk helemaal niet zo bijzonder. Het is vooral een kwestie van ‘blijven oefenen’ en trouw de repetities bezoeken van het muziekkorps waar hij dit jaar 70 jaar lid van is. “Muziek is een goeie uitlaatklep, het leert je te ontspannen.”
Natuurlijk, de spierspanning rond zijn mond is niet meer optimaal en zijn longen stoten minder lucht uit voor de hoge felle tonen. Dus wil hij zich zeker niet meer meten met de besten in het korps voor wie de solo’s zijn weggelegd.
“Die ‘embouchure’ wordt minder als je ouder wordt.”
“Die ‘embouchure’ wordt minder als je ouder wordt”, zegt hij berustend. “Maar het is nog voldoende”, voegt hij er vol overtuiging aan toe. En belangrijk: hij heeft nog genoeg in huis om tot het einde van de repetitie mee te kunnen spelen. Thuis voegt hij daar ‘een keer of drie per week’ een uur repeteren aan toe. En dat, zegt Cees, is dé manier om het trompetspel op niveau te houden.
“Ik vind alles goed, maar zeker ook de popmuziek die we spelen.”
Dat het repertoire van ‘Sint Cecilia’ meegaat met de verjonging in het korps juicht hij toe. “Ik vind alles goed, maar zeker ook de popmuziek die we spelen.” Binnen het bestand aan marsmuziek noemt hij Military Escort, de mars die begint met trompetgeschal. “Acht maten lang.”
Sinds kort heeft hij geen koperen trompet meer, maar eentje van kunststof. “Dat is heel bijzonder, die weegt nog niet de helft.” Het is een aanpassing die hij vanwege zijn leeftijd heeft gedaan.
Een andere aanpassing heeft te maken met zijn woonomgeving. Cees heeft een appartement in een complex voor ouderen en zet een elektronische demper op zijn trompet als hij repeteert. “Ik heb nog nooit klachten gekregen, dus het zal wel helpen.”